wijnen, welke niet van de nederlagen in het entrepot kunnen of mogen jouisseren , of voor welke zulks niet gevorderd wordt, zoo zal dezelve, in die beide gevallen, voorden ongebottelden, op den moer ingevoerden wijn in gelijke mate kunnen genoten worden, en wel voor den wijn, die in de termen valt van dadelijke verimposting, door aftrekking op het impost-biljet, en voor den wijn die onder bepaalde termijnen van crediet wordt opgeslagen, door afschrijving op de rekening.

De bepalingen, bij deze wet, naar het bedrag van sommen en hoeveelheden geregeld, zullen zich, ten gevolge van het: admitteren dier kortingen, rigten naar dezer resultaten, en mitsdien, voor het langer of korter toestaan van termijnen van betaling, en het al of niet onmiddellijk verimposten of geven van crediet, genomen worden naar het bedrag van den zuiver verschuldigden impost , en zuiver ingevoerd of uitgevoerd wordende hoeveelheden.

\

12. De wijn, welke overeenkomstig de bepalingen van liet vijfciende hoofdstuk van.de wet op den ophef der In-en Uitgaande Regten en der Accijnsen, van de eene plaats van het Rijk naar de andere, over vreemd territoir, gebragt wordt, zal niet mogen worden vervoerd in eene mindere hoeveelheid dan van 4 vaten tevens, zoo veel den ordinaire') wijn, of i vat, zoo veel de fijne wijnen aangaat, wijn in flesschen naar evenredigheid.

13. Tot de fijne wijnen, bij de wet bedoeld, worden gebragt alle Champagne, Madera, Mallaga, Xeres , Kaap, Muskaat en dergelijke zoete wijnen, van bekende precieuse inei-kc"..

Desgelijks allerlei Rijnsche- Moezel-, en Bourgogne-wijnen,

«u