4. De gedaante der gewigten , te beginnen met het Nederlandsche pond, zal zijn omtrent cilindrisch, eenigzins schuins naar boven toeloopende; oiu opgetild te kunnen worden , zullen die gewigten voorzien zijn van eenen vasten staanden ring, ef naar verkiezing voor de gewigten van één, twee, drie, vier en uiterlijk vijf Nederlandsche ponden, van eenen knop, welke ring of knop, van hetzelfde metaal zal zijn als het ligchaam des ge\vigts.

5. Wanneer gewigten met eenen knop voorzien zijn, zal die knop met het ligchaam des gewigts in ééns gegoten zijn, eti niet zijn een lósse knop, welke op het ligchaam des gewigts wordt geschroefd.

6. Indien er echtiJr op sommige plaatsen reeds geijkte kilogrammes (nu Nederlandsche ponden genoemd) ofveelvouden van dien, door vorige regeringen in gebruik mogten gebragt zijn, het zij van eeae zeskantigc of andere gedaante, mits niet voorzien van eenen lossen ring of knop, zullen dezelve , bij den ijk voldoende bevonden wordende, in gebruik kunnen blijven, en herijkt mogen worden, onder voorwaarden , dat zij bij den eersten te bevelen ijk worden aangeboden, maar geene dergelijke gewigten zullen in het vervolg gemaakt of na den gezegden termijn geijkt mogen worden.

7. Geene onderdeelen van het Nederlandsche pond zullen uit ijzer gemaakt, of gemaakt zijnde, geijkt, en door neringdoende lieden gebruikt mogen worden. IntegeHdeel *1 die onderdeelen , hoegenaamd , zullen uit koper gom aak t moeten worden; het essai -gewigt, waarvan hieronder, art. 18, zal gesproken worden, uitgezonderd.

A 2 Diff