gaven , door dc Staten-Generaal goedgekeurd zijnde, gedurende de tien daarop volgende jaren, aan geene j aarlij ksche toestemming onderworpen zijn, en dat er ook over dezelve geene nadere beraadslaging kan vallen, ten zijde Koning, in dien tussehentijd , te kennen geve, dat een gedeelte dier uitgaven veranderd is of geheel opgehouden heeft;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De eerste afdeeling der begrooting, aanvang nemende met 1820 , wordt vastgesteld op den navolgenden Voet, als :
I Hoofdstuk. Huis des Konings... .f 2,600,000.00 II « de Secretanj van Staat,
de Hooge Kollegien en Ambtenaren, tot geen bijzonder vak van ad'ministratie behoorende i,qo5,i43.o» Dl « het Departement van
Buitenlandsche Zaken. 678,790.00 IV « het Departement van
Justitie 246»5oo.oo
V « ' Het Departement van Binnenlandsche Zaken en Waterstaat 2,267,553.4a
Transporteren. .f 6,797,986, 4a