magt uitteoefenen, wordt hij daarin door de moedef Vervangen.

4. Een minderjarig kind, hetwelk geene handlig-* ting bekomen heeft, mag zonder de toestemming Vatt zijnen vader het ouderlijk huis niet verlaten.

5. Telken reize wanneer de vader zeer gewigtigö redenen van misnoegen heeft over het gedrag vatt zijn kind , zal hij zich tot de arrondissements-regtbank kunnen wenden en verlof verzoeken, ten eiude dat kind, ten zijnen koste en op eene door den vader optegeven plaats, te kunnen doen vastzetten.

De regtbank, na verhoor van het openbaar ministerie , zal dat verlof kunnen toestaan, doch niet langei4 dan voor den tijd van drie maanden , indien het kind den vollen ouderdom van vijftien jaren niet heeft bereikt, of voor den tijd van één jaar, nadat het kind zijn 16df: jaar is ingetreden tot op deSielfa meerderjarigheid of handligting.

Er zal te dezen opzigte geene gefegtëlijke forrnaliteifc Worden in acht genomen, behalve het bevel tot Vast-* zetting, waarin echter de redenen niet zullen worden uitgedrukt.

6. Wanneer de moeder de langstlevende ërt onhertrouwd is, en de vastzetting van het kind vecaoekt, zal de regtbank, ria verhoor Van twee uit dü

A 3