„Rupee-leeningen met een nog niet verstre„ken vervaltijd van meer dan vijf jaar."

3. Ik heb de eer in overweging te geven, dat, indien de hierboven voorgestelde wijziging aanvaardbaar is voor de Nederlandsche Regeering, deze nota en Uw antwoord in dezen zin geacht zullen worden een overeenkomst uit te maken tusschen Zijner Majesteits Regeering in het Vereenigd Koninkrijk en de Regeering van Britsch-Indië (India) eenerzijds en de Nederlandsche Regeering anderzijds, welke in werking zal treden als volgt:

i. voorloopig, gerekend van 1 Januari x939 af, behoudens wederzijdsche opzegging met een maand;

ii. definitief, eveneens gerekend van 1 Januari 1939 af, indien en wanneer de Nederlandsche Regeering kennis zal hebben gegeven, dat de Staten-Generaal de wijziging hebben goedgekeurd.

Ik heb de eer te zijn, met de meeste hoogachting, Mijnheer, Uw gehoorzame dienaar, (Voor den Staatssecretaris)

C. W. BAXTER.

Graat JOHAN VAN LIMBURG STIRUM, enz., enz., enz.

Vertaling.

No. 1873.

Londen, 13 Juni 1939.

My Lord,

Ik heb de eer de ontvangst te berichten van Uw nota van heden, luidende als volgt: „Ik heb de eer U mede te deelen, dat Zijner Majesteits Regeering in het Vereenigd Koninkrijk van Groot-Britannië en NoordIerland en de Regeering van Britsch-Indië (India) de bepalingen van artikel 9 h van de °P 19 Juni 1926 te Parijs onderteekende over. eenkomst, nopens het toezicht op den gezondheidstoestand der Mekka-bedevaartgangers op het eiland Kamaran, in beschouwing hebben genomen.

„2. Zijner Majesteits Regeering in het Vereenigd Koninkrijk en de Regeering van Britsch-Indië (India) zijn van meening, dat, gelet op de veranderde omstandigheden, die zich hebben voorgedaan sedert het van kracht worden van de overeenkomst, de rentekoers vastgesteld in bovengenoemd artikel niet langer doelmatig is en meer in overeenstemming met de tegenwoordige financieele verhoudingen behoort te worden gebracht. Zij stellen dienovereenkomstig voor, dat het betrokken artikel zal worden gewijzigd en zal worden gelezen als volgt:

„b. ieder beschikbaar overschot met betrekking tot het vorig financieel jaar, nadat „voorzien is in de uitgaven benoodigd voor „het komende jaar, welk overschot een sa„mengestelden interest zal dragen tot een „percentage gelijk (tot het naastbijliggend

| 1»x/4 pet-) aan de gemiddelde rente-opbrengst, „gedurende de daaraan .onmiddellijk voorafgaande vijf kalenderjaren, van de door de „Britsch-Indische Regeering uitgeschreven „Rupee-leeningen met een nog niet verstre„ken vervaltijd van meer dan vijf jaar."

„3. Ik heb de eer in overweging te geven, dat, indien de hierboven voorgestelde wijziging aanvaardbaar is voor de Nederlandsche Regeering, deze nota en Uw antwoord in dezen zin geacht zullen worden een overeenkomst uit te maken tusschen Zijner Majesteits Regeering in het Vereenigd Koninkrijk en de Regeering van Britsch-Indië (India) eenerzijds en de Nederlandsche Regeering anderzijds, welke in werking zal treden als volgt:

voorloopig, gerekend van 1 Januari r939 af, behoudens wederzijdsche opzegging met een maand;

„ii. definitief, eveneens gerekend van 1 Januari 1939 af, indien en wanneer de Nederlandsche Regeering kennis zal hebben gegeven, dat de Staten-Generaal de wijziging hebben Goedgekeurd."

Ik heb de eer U mede te deelen, dat de Nederlandsche Regeering zich kan vereenieen met de voorstellen tot wijziging van artikel 9 b van de te Parijs op 19 Juni 1926 onderteekende overeenkomst met betrekking tot het toezicht op den gezondheidstoestand van de Mekka-bedevaartgangers op het eiland Kamaran en te bevestigen, dat Uw nota en dit antwoord zullen worden geacht een overeenkomst uit te maken tusschen de Nederlandsche Regeering eenerzijds en Zijner Majesteits Regeering in het Vereenigd Koninkrijk en de Regeering van Britsch-Indië (India) anderzijds, welke in werking zal treden als volgt:

i. tijdelijk, gerekend van 1 Januari 1939 af, behoudens wederzijdsche opzegging met een maand;

ii. definitief, eveneens gerekend van 1 Januari 1939 af, indien en wanneer de Nederlandsche Regeering kennis zal hebben gegeven, dat de Staten-Generaal de wijziging hebben goedgekeurd.

Ik heb de eer te verblijven, met de meeste hoogachting, My Lord, Uw gehoorzame dienaar, LIMBURG STIRUM.

The Right Honourable Viscount HALIFAX

K.G., G. C. S. I, etc., etc., etc.

S. H 94

21 Maart 1Q47. WET tot vaststelling van het Derde Hoofdstuk der Rijksbegrooting voor het dienstjaar 1947. (Departement van Buitenlandsche Zaken).

Bijl. Hand. II 46147, 300.

Hand. II 46I47, bladz. 653—673, 683—702, 705—706.

Bijl. Hand. I 46I47, 300.

Hand. I 46I47, bladz. 529—557.