onder een programma vermeld: 7 uur. Vlagbreken hetzij per Groep in het Troephuis of per afdeling of District op een daarvoor geschikte openbare plaats. In enkele Districten werd een regeling getroffen, om de opening van de dag op een plein of grasveld ineen park met de nodige plechtigheid te doen geschieden en gedurende de gehele dag door padvinders de wacht te doen betrekken. Een korte toespraak, muziek van de band, het uitreiken van de tulpen, zullen de ochtendplechtigheid opluisteren.
Des avonds te half acht wordt het kampvuur ontstoken, waarbij het St. Joris-verhaal wordt verteld, de Belofte wordt herhaald en verder een passend programma afgewerkt. den Hoofdcommissaris Van enkele zijden is het voorstel gedaan een Erekruis toe te kennen aan padvinders, die vóór of tijdens de bevrijding van ons Vaderland hebben uitgemunt door bijzondere daden van moed of zelfopoffering. Zoals bekend geacht mag worden, besloot de regering tot nu toe geen onderscheidingen toe te kennen voor daden van grote moed, betoond door hen (haar), die aan de ondergrondse strijd deelnamen of de geallieerden buiten legerverband bij de bevrijding van ons land op andere wijze bijstonden. Dit is aan de ene kant te betreuren, doch aan de andere kant wel te begrijpen. Het zou een bron van moeilijkheden, naijver en ontevredenheid opleveren die personen aan te wijzen, aan wie een onderscheiding dient te worden uitgereikt. Een juiste maatstaf is bezwaarlijk aan te geven en bovendien zouden vele bescheiden lieden wellicht worden overgeslagen. Aldus redeneerde de regering waar-
schijnlijk ook en ik zou het niet juist achten, zonder haar voorkennis een andere gedragslijn te volgen inde padvindersbeweging. Ik vertrouw, dat uit dit betoog geen tekort aan waardering afgeleid zal worden voor hetgeen de dappere Voortrekkers, Verkenners of hunne Leiders verrichtten. Het vervult mij met trots en voldoening, dat wij in onze beweging zulke jongens aan treffen, en ik betreur het, dat het zo moeilijk uitvoerbaar is onderscheidingen toe te kennen. Wij hebben daarom naar een ander middel uitgezien, waardoor daden van onverschrokkenheid en moed, door Nederlandse Padvinders verricht tijdens de strijd, welke gevoerd werd voor de bevrijding van ons land, aan de vergetelheid worden ontrukt. Dit middel menen wij te hebben gevonden in het samenstellen en het uitgeven vaneen „Ere-logboek”. Hierin zouden wij willen opnemen de beschrijving van alle voorvallen, waarbij buitengewone moed of onversaagdheid is getoond door Padvinders of hunne Leiders. Van de Districts-Commissarissen zie ik gaarne op het N.H.K. de beschrijving van dergelijke episodes tegemoet, zo mogelijk met illustraties (foto’s of cliché’s). Ik verzoek den D.C.’s na te gaan, welke gebeurtenissen naar hun mening uit elk district voor opname in het „Ere-logboek” in aanmerking komen en het relaas ervan zo nodig gecorrigeerd toe te zenden aan het Secretariaat van het N.H.K. Naar ik vertrouw zal het met de hulp vaneen ieder, die daartoe kan medewerken, mogelijk blijken, binnen korte tijd inde Scout-shop een boekwerkje ter verkoop aan te bieden, dat het nageslacht niet doet vergeten op welke wijze de Padvindersbeweging haar steentje bijdroeg inde bevrijdingsstrijd van Nederland gedurende de tweede wereldoorlog. R. v. L.
8