Russel, niet moeilijk, maar tamelijk vermoeiend en zeer warm!

Na vijf dagen kamperen braken we het kamp weer op en daalden weer af naar Benasque, het begin van onze terugtocht naar Nederland. Aangezien we geen lichtgewicht kampeeruitrusting hadden hebben wij een groot deel van bagage en proviand per muilezel van Benasque naar Llosas laten brengen en terug laten halen. Hierbij rekent men 1 muilezel per 4 personen. De rugzakken worden hierbij ontdaan van het draagstel en in grote zakken gestopt, die weer worden vastgesjord op de zadels. Hierbij dient men op te passen, dat de losse draagstellen goed worden bevestigd, want de bagage wil nog wel eens losraken. Controleer ook of de drijvers geen klimtouwen als bindtouw gebruiken!

In het kamp hebben we nogal wat last gehad van (overigens kortstondige) ziekte, in hoofdzaak ingewandsklachten. Hiervoor zijn twee aanwijsbare oorzaken: 1) het volkomen gebrek aan mineralen in het water. De overgang van het (meestal harde) Hollandse water op het zeer zachte gletsjerwater bekomt de meesten slecht. Ook de plaatselijke bevolking schijnt dit als een nadeel te ondervinden; er zijn tenminste in deze streken onder de naam „Litinès” pakjes Vichyzout in de handel, die opgelost in water een soort spuitwater opleveren. Het oplossen van het zout moet vrij kort voor de consumptie geschieden, want dit water wordt vrij spoedig onsmakelijk; 2) de grote aantallen insecten, vooral vliegen, die op windstille dagen hinder-

lijk kunnen zijn. Hiertegen helpt alleen een goede kamphygiëne.

Dit gebied van de centrale Pyreneeën biedt klimtechnisch weinig moeilijkheden (alleen de graat van de Salenques, tussen de Pic Russel en de Pico Salenques staat als moeilijk bekend), maar is aantrekkelijke voor het maken van lange trektochten met kamperen onderweg. De eenzaamheid en het feit, dat men grotendeels zelf de weg moet zoeken, dragen hier nog toe bij.

Naschrift

In de Berggids van oktober en november 1935 is een kampeer-trektocht in nagenoeg hetzelfde gebied van de Centrale Pyreneeën beschreven, een prachtige tocht door dit vooral aan de Spaanse kant onherbergzame gebied, welk ik in juli 1935 met een groep alpinisten van verscheidene nationaliteiten ondernam. We bereikten het volstrekt onbewoonde gebied van het Lac de San Mauricio vanuit het zuiden (Tremp-Sort-Espot), maakten verschillende, toen nog nergens beschreven bestijgingen, en eindigden eveneens met de beklimming van de Pic Aneto van het zuiden uit, door een ongeveer 150 m hoog couloir, dat toen in de Guide Soubiron het Couloir Maudit werd genoemd (hoog boven het verijsd Lac de Creguena). Zou dit couloir hetzelfde zijn als een van de door Ph. de Wijn beschreven mogelijkheden?

C. ƒ. A. de R.

Jubileumroute Prisojnik-Razor

In 1953 werd ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan van de Sloweense Alpenvereniging een jubileumroute uitgezet tussen de Prisojnik en de Razor in de Julische Alpen.

Deze route bezorgde Anita Kleine, Fransje Leo (beide voor de eerste maal in de bergen) en mij en avontuurlijke verrassing.

Na de inlooptochten vanuit het Planica-dal, over Sleme naar de Vrsic-pas, besloten we de Prisojnik als eerste berg te gaan beklimmen, ’s Morgens vertrokken we vanuit de Ticarjev-

hut in gezelschap van een Sloweense vader met twee dochtertjes van 10 en 12 jaar en een zoon van 14 jaar. We gingen over een gemakkelijk pad en toen na een uur de fijne mist optrok, de zon scheen, de Mojstrowka en de Jalovec zich lieten zien, genoten we volop. We zigzagden de westflank op en kwamen bij het Okno d.i. een venster van ongeveer 20 bij 30 meter in de rotswand. Er stegen slierten mist uit omhoog en na het rustkwartiertje was het venster helemaal dicht.