—6 Verenigingspunt van Mittellegigraat en sneeuwgraatje 3950 m.

—5 Begin van het sneeuwgraatje.

—4 Rustplaats op de noordribbe. Het zgn. „Schild” ligt tussen de nummers 3 en 4.

—3 Einde van het grote kamin.

—2 Bivak, aan de voet van het rotsbolwerk pim. 2900 m.

—1 Voet van de wand 1950 m.

EigGT 7H&t Opname Schudel, Grindelwald

durende daglicht en daalde dezelfde dag in het halfduister af door de westwand, waar de gidsen de weg wel goed kenden. Wij hadden echter met de kortere dagen van begin september rekening te houden en een volle maan was ons niet beschoren. Daarom leek het plan van een hoog bivak ook mij zeer geschikt en ik stelde voor niet door de westwand af te dalen, waar de weg in het duister of bij nevel zeer moeilijk te vinden is, maar over de Mittellegigraat naar de hut, die zich op deze graat bevindt. Op een graat als deze wijst de weg zich van zelf en bovendien zijn er vele vaste touwen aangebracht, welke de afdaling bespoedigen. Verder zou het herfstachtige weer, dat sinds enkele dagen zijn intree had gedaan, de kans op de zo beruchte onweders tegen de Eigerwand verkleinen, en tenslotte konden wij profijt trekken van de periode van droogte, die hier de laatste week had geheerst. De sneeuw is dan immers goed hard geworden en de rotsen zijn droger dan anders.

De meeste van onze berekeningen klopten, maar

niet alle, zoals uit het vervolg zal blijken. Eigenlijk werden deze berekeningen ook niet zo bewust gemaakt als ik hier suggereer. Ze zijn eerder het produkt van onze nabeschouwingen over de tocht. De overweging, dat de kans die ons zo laat in het seizoen geboden werd een zeer goede was, was wel vooral intuïtief bepaald.

Zondag 30 augustus informeerden wij telefonisch naar de „Wetterprognose” van Bern. Het weer leek wisselvallig en er hing die ochtend een dicht wolkendek over de dalen. De prognose luidde; Tenminste twee dagen mooi weer door een staartje van het hoge drukgebied boven Engeland. Dit gaf de doorslag om maandagmorgen alles in gereedheid te brengen voor de eerste etappe naar het bivak. Hiervoor rekenden wij ruim vier uur klimmen. Wij pakten rugzakken met voedsel in overvloed: twee kilo gekookte aardappels in een pan, enkele kilo’s doperwten, suiker, gedroogde vruchten, enz. Hierbij werden nog gevoegd slaapzakken, donsvesten, regencape’s en al die kleinigheden, waar-