lijst .voorwaar! In stilte willen we hen gedenken, die den langen nacht zijn ingegaan te midden van de pracht, van de verschrikkingen der bergen. En niet sentimentaliteiten verkondigen, die de wijding van den bergdood omlaagtrekken. En niet hard veroordeelen, waar reeds de ziel voor een hooger rechtsgeding dan dat der menschen is opgeroepen.

Duidelijk staat mij voor den geest de zonnige Augustusmorgen, toen ik voor het eerst den Jungfrau-top betrad. Boven ons welfde zich de helderblauwe hemel en het was zoo warm, dat we het gemis van jas of handschoenen niet voelden. De gidsen lagen languit in de sneeuw hun pijpje te rooken. Rondom ons strekte de zwijgende gletscherwereld zich uit, de eene schitterende top naast den anderen. Zóo stil was het, flat wij den adem inhielden, om te luisteren of wij niet het klokkengelui zouden kunnen opvangen van uit de dorpjes, die wij diep beneden ons in de groene vlakte ontwaarden. En starende op dit grootsche tafereel van vrede en schoonheid, verrezen als schimmen voor ons geestesoog \duchtige herinneringen aan de verhalen van storm en ijzige koude, van ontberingen en doodsstrijd, die geschreven staan op menige bladzijde in de geschiedenis van dezen berg. Onwezenlijk scheen ons dit alles toe in de stralende glorie van dien zomermorgen. Niet zoo onwezenlijk echter, toen wij een uur later, vluchtende voor de loerende lawine, plotseling voor den gapenden Bergschrund stonden, en evenmin toen wij, eindelijk, in de veilige haven van de Concordia-hut onze wederwaardigheden overdachten.

Jungfrauhutten.

De Coiicordia-hut! Bij menigeen zal ongetwijfeld die naam herinneringen uit de alpenwereld wakker roepen, want zij is een der drukst bezochte hutten, die den Jungfrau-bestijger een schuilplaats bieden. Ze is gebouwd op een hoogte van 2870 M. door de Sektion Grindelwald van de S. A. C. aan den voet van den Faulberg, boven den machtigen Aletschgletscher. Gelijk breede heirwegen glijden de ijsstroomen voort tusschen de bergmassieven. Schier rimpelloos is de oppervlakte, reikend tot in het verre verschiet.

Wij zitten voor de hut. Weelde van dolce far niente! Geen smaakt er zoo uw zoeten wellust als de alpinist na zijn zwerfstonden. Van den Eggishorn komt een karavaan. En daar ginds