mechanische waarden zijn dan geen doode abs straetie meer, maar een levendige beweging van kraehten, waarin de Noordelijke mensch zijn hes hoefte aan uitdrukking in staat is te bevredigen. Gottfried Semper heeft het onheilspellende van deze levende mechaniea gevoeld en noemde den Gothischen stijl steenen scholastiek. Andere vols ken, die dichter bij het antieke ideaal stonden, bes

schouwden hem als absurditeit, als barbaarsche buitensporigheid. Worringer noemt de Gothiek met haar zieke differentiatie, haar uitersten en haar onrust een uitdrukking van de puberteits* jaren van den Europeeschen mensch. Een lange ontwikkeling leidde naar de weelderigheid van de late Gothiek, waarna de Renaissanee, de groote natuurlijkheid, de groote burgerlijkheid begon. Alle onnatuurlijkheid het kenmerk van alle seheppen, dat door den abstractiedrang wordt bes paald verdwijnt. Met de Gothiek verdwijnt de laatste stijl. Ondanks alle vreugde over de gelukss mogelijkheden van de Renaissanee blijve men zich, in het bijzonder thans, bewust, wat met deze overwinning van het organische aan groote, door een onzagwekkende traditie gewijde waarden vers loren ging.

Krokodil. Schildering op den bodem van een praehistorische schaal

Flamingo’s. Voorhistorische vaasschildering

„WIEDERGEBURT”

Beschouwing hij de gedichtenbundel van Felix Lützhendorf „Lieder aus dem Osten”

EENIGEN tijd geleden is er een gedichtenbundeltje verschenen, dat vooral door zijn ondertitel de aandacht trekt. Dit bundeltje moet oorlogsliederen bevatten, dat IS de eerste gedachte. Op zichzelf is dat niet vreemd. In tijden van oorlog komen altijd liederen uit, die ten nauwste samenhangen met den strijd zelf. Uit vele eeuwen en van vele volkeren zijn ze ons bekend. Meestal bestaan ze uit bittere klachten over de ellende, welke men als soldaat meemaakt, over het doel van den strijd, dat men niet kan inzien, en over de eeuwige vraag, waarom de menschheid haast eindeloos met elkaar vecht. Korten tijd na den oorlog raken deze gedichten op den achtergrond cn komen in vergetelheid. Zij hebben den mensch niet getroffen in zijn ziel. Leert deze historische gang van oorlogsche dichtkunst niet om zeer voorzichtig te zijn met „Kriegsdichtung” ? Inderdaad is dat het geval. Daarom moeten wij er ons terdege rekenschap van geven, waarom wij het gedichtenbundeltje, welks titel hierboven is genoemd en dat geen twintig liederen bevat, toch waard achten om nader besproken te worden. Daartoe zullen wij nagaan, wat de dichter behandelt, hoe hij zijn onderwerpen behandelt en waarin hun beteekenis is gelegen.

ONDERWERP,

Wij gevoelen en weten het zoo zeker, dat het zwaartepunt van dezen huldigen oorlog in het Oosten van Europa is gelegen. Met dit Oosten is Midden- en West-Europa op zeer bijzondere wijze door de eeuwen heen verbonden. Het woord Oosten

krijgt echter pas zijn diepen, ernstigen klank, wanneer wij zeggen, dat voor de Germanen het Oosten lotsbeschikking inhoudt.

Sedert verre tijden golft het geografisch begrip Oosten heen en weer, maar het is steeds nauwkeurig vastgelegd en begrepen in het volksbewustzijn, dat Oosten beteekent het aanrakingsvlak met vreemde rassen. De botsingen, die uit verschip lende oorzaken steeds weer ontstónden, hebben het Oosten reeds in vervlogen e uwen met onnoemelijk veel Germaansch bloed gedrenkt. Weer beleven wij zoo’n botsing op leven en doo'd. Het Oosten, het aloude Oostlarid, beteekent voor de Germanen oorlog of dreiging van oorlog. Het Oosten en oorlogsgeweld zijn maar al te dikwijls zeer nauw met elkaar verbonden geweest. Ja, zij zijn tegenwoordig synoniem, leder zal bij het lezen van den ondertitel van het bundeltje „Wiedergeburt’ onmiddellijk gevoelen, dat men met „Kriegsdichtung in den letterlijken zin te doen heeft. De onderwerpen van de liederen beantwoorden daar volkomen aan. De dichter liehandelt gebeurtenissen en. voorvallen, zooals elke soldaat in het Oosten dagelijks 'meemaakt en doorleeft. Er is geen enkel gedicht in, dat niet tot onderwerp heeft, wat de Frontsoldaat heel gewoon vindt. De dichter vertelt ons zijn indruk van het landschap, waar hij door heen rijdt; een transport van gevangenen wordt tot onderwerp van een gedicht, de strijd om een dorp, de gevechten aan de Bug en Dnjepr, de heldendood van een jongen luitenant van een pantserafdeeling zijn voor hem aanleiding tot dichten. Hij geeft zijn gevoelens weer, wanneer hij een godsdienstoefening bijwoont in een kerk.