Bond de som van vierhonderd en zestien gulden en vijftig cents (ƒ 416,50) wegens geleend geld. De Bond neemt deze schuldbekentenis als schuldeischer voor zich aan.

2. X heeft cp heden verkocht en mitsdien in vollen en vrijen eigendom overgedragen aan den Bond, gelijk deze van X heeft gekocht ds inventarisgoederen zich bevindende in de woning van X te Y, zooals gespecificeerd is in den staat aan deze nota vastgehecht, volgens opsomming en taxatie van den deurwaarder.

3. De levering van vorenbedoelde inventarisgceds’en door X aan den Bond is heden geschied ter plaatse waar die goederen zich bevinden constituto possessorio, zoodat X niet meer als eigenaar bezit, maar als biuikleener krachtens de volgende artikelen.

4. De koopprijs der inventarisgeederen bedraagt ƒ 416,50. X verklaart dezen koopprijs niet van den Bond te zullen vorderen noch eenigerlei recht te dier zake tegen den Bond te zullen doen gelden, alvorens hij zijn sub 1 genoemde schuld geheel zal hebben afbetaald aan den Bond.

5. De Bond geeft de voorschreven goederen cp heden in bruikleen aan X, die die goederen in bruikleen aanneemt.

6. X is verplicht de door hem in bruikleen ontvangen goederen behoorlijk te onderhouden en gebroken of onbruikbaar gewerden voorwerpen of doelen daarvan door nieuwe te vervangen, zullende alle voorwerpen, welke na heden aan die inventarisgoederen worden toegevoegd, geacht worden te zijn getreden in de plaats van gebroken voorwerpen en alzoo mede in deze bruikletnin'ï re zijn begrepen. X is te allen tijde verplicht aan den Bond of een door dezen aan te wijzen persoon in zijn wonirg sub 2 of latere woning toegang te veiUeenen teneinde zich te dat de inbruikleen gegeven goederen in goeden staat van onderhoud worden gehouden. 7. Wanneer X de schuld sub. 1 geheel aan den Bon.d dat de inbruikleen gegeven goederen in goeden staat zal hebben afbetaald en wijders aan alle uit deze overeenkomst voor hem voortspruitende verplichtingen zal hebben voldaan, is hij gerechtigd en verplicht om de voorgeschreven inventaris-goederen van den Bond te-

rug te koopen tegen den koopprijs van ƒ416,50. Dit recht van weder-inkoop vervalt, indien de Bond de bruikleening mocht hebben opgezegd en vervolgens de inventarisgoederen als eigenaar mocht hebben verkocht. 8. De Bond is alleen dan bevoegd de bruikleening door opzegging te doen eindigen, wanneer X nalatig mocht blijken te voldoen aa.o zijn verpl’chtingen uit deze acte, wanneer hij in staat van faillissement wordt verklaard en wanneer beslag op de inventarisooederen of een deel daarvan wordt gelegd. 9. Indien X de schuld sub. 1 geheel zal hebben afgslost. nadat de Bond de inventarisgoede* en als eigenaar zal hebben verkocht, zal X slechts zoodanig deel van den Borid van den koopprijs sub 4 kunnen vorderen als gelijk staat met dat, hetwelk die inventarisgooiieren bij dezen verkoop hebben opgebracht, vermr. dord met alle kosten deswege door den verkooper gemaakt 10. X is verplicht de in bruikleen ontvangen inventarisgoederen tegen brandschade te verzekeren. Hij neemt bovendien op zich deze goederen noch geheel noch gedeeltelijk uit het heden door hem bewoonde perceel te zullen verwijderen, tenzij met schriftelijken toestemming van den Bond, en deze te blijven gebruiken tot hetzelfde doel. waartoe zij tot heden werden gebruikt.

Alle kosten van cirderhoud, alsmede alle belastingen, waaraan die goeder en zijn of worden onderworpen, zijn voor rekening van X.

Zoo gaat de verkl'ring verder, de eene schanddaad wordt op de andere gestapeld. Het is alleen om een duidelijk beeld te geven van deze woekeraarspraktijken, d:t wij hier een passage uit de Inventarislijst laten volgen: Een buffetkast met geslepen glas ƒ dl,— Twee crapeaux met roode pluche 31,— Een grcote bloemtafel „ 1,59 Twee kleine schilderijen In zwarte lijsten 3 — Een coursntenhanger O 50 Een theeservies 5,— ia

In de slaapkamer der echtelieden:

Een eikenhouten kleerkast met spiegel ƒ 40,—

Nachtkastjes met marmeren blad 5,—

Een vloermat „ 1,—■

Wieg eh k>derledikant • „ 7,50

Een kinderwagen 5.—

Een kinderstoel 2,—

(Op de kinderslaapkamer) een waechtafel 3,—

Een spiegeltje 0.50

Zoo werd één onzer collega’s door vrienden behandeldl Dit werd een vrijen Nederlander aangedaan. Onze collega heeft nu een nog grooter k'nderschaar cm de fsmilistafel vereenlgd Het is nu zijn eigen tafel weer, want het A.V.L.O.N. heeft er voor zorggedragen, dat deze schandelijke overeenkomst teniet werd gedaan. Zij werd den onderteekenaar zonder meer teruggezonden.

Dat een ieder medewerke, om dergelijke schanddaden uit te wisschen en de bedrijvers aan de kaak te stellen. A. LAPPERRE.

De sociale positie van den teekenleeraar

Onlangs verzocht het A.V.L.O.N. te overwegen of het mogelijk zou zijn om stappen te ondernemen, welke de sociale positie van de teekenleeraren zouden kunnen verbeteren.

In verband hiermede werd opgemerkt, idat het teekenonderwijs aan U.L.O -scholen speciaal door vakleerkrachten gegeven zou moeten woirden.

Vaio, eenige collega’s van het teekenonderwijs mochten wij uiteenzettingen betreffende deze kwestie ontvangen.

Collega J. W. H. schrijft ons:

„dat het teekenonderwijs aan U L.0.-scholen door vakleeraren gegeven zou moeten worden en wel om de navolgende redenen:

1. In de algemeene aesthetische opvoeding moeten zooveel mogelijk alle maatschappelijke klassen betrokken worden, dus niet alleen de Middelbare scholen, ook de U.L 0.-scholen;

2. De aesthetische opvoeding bevordert de veredeling van het karakter en daarmede de veredeling van de cultuur en samenleving;

3. De begaafde vakleeraar zal de een’ge zij.->, die de praktische en aesthetische vorming bij het teekenonderwijs volkomen in zijn hand heeft;

4. VE<n doeltreffend geleid teekenonderwijs zal op den duur de invloed merkbaar zijn in de maatschappij en het sehoone in de samenleving bevorderen;

5. Wat ‘de praktische zijde betreft van het teekenonderwijs, zullen de leerlingeni gecefend moeten zijn in het Letterteekenen, Reclameschrift, Kunstschrift, Penseelschrijven, Decoratieve versiering en eenvoudige etalageversiering, omdat vele leerlingen later op kantoor komen of in den handel of als winkelpersoneel werkzaam zijn.

Ook aan de vrije aesthetische vorming zal echter de noodige aardacht besteed moeten worden, dit door het voorstellingsteekenen, illust’at’eve teekenen, versierend teekenen met toepassingen van kleurcombinaties en het natuurteekenen. De eesthetische opvoeding kan verder het doeltreffendst bevorderd werden, door de leerling'n in contact te brengen met de edelste cultuu.’goederen dsr menschheid, dit op het geb'ed van de beeldende kunst, de graphische kunst en de schoone kunst in het algemeen

HOE ZIT DAT?

Vragen dienen gezonden te worden aan het Hoofd van de afd. voor recht'kundigen bijstand J. Thorn Prikkerlaan 46, Den Haag.

Vraas 40. Indien hij toch op eigen verzoek ontslag neemt, tellen dan later zijn pensioenjaren weer mee als ‘.hj weer ambtenaar in den zin van de Pensicenwet word.?

— Ja. Oude pensioenjaren blijven altijd geldig