nissen van alle naar haar verwezen patiënten bijhouden, en in een gemakkelijk en overzichtelijk dossier alle van de patiënten vernomen gegevens vastleggen. Zij zal nagaan of ten huize van de patiënten infectiegevaar bestaat voor anderen. Zij zal de patiënten wijzen op de beteekenis van de aandoening waaraan zij lijdende zijn, en hen in het eene geval meer optimistisch, in het andere geval meer pessimistisch moeten stemmen. Verder zal zij hem wijzen op de beteekenis van het geregeld volgen der behandeling en zij zal met hem nagaan of het voor den patiënt mogelijk is geregeld te komen. Is dit niet het geval, dan zullen de noodzakelijke maatregelen om zulks toch mogelijk te maken door haar worden getroffen, b.v. de patiënt wordt terugbesteld op een uur waarop zulks wel voor hem mogelijk is, of zij maakt, en dan natuurlijk alleen indien de patiënt daarmede accoord gaat, in overleg met den werkgever, regelmatige behandeling mogelijk.

Dikwijls ook zal zij den patiënt ook finantieel moeten helpen daar hij anders niet in de gelegenheid zou zijn, de transportkosten te betalen verbonden aan het telkens komen naar de plaats van behandeling.

In andere gevallen zal het noodzakelijk zijn geneesmiddelen te verstrekken, indien ook daarin niet op andere wijze wordt voorzien. Ook ustensilien benoodigd bij de behandeling, kan de sociale werkster verstrekken. Ja, soms kan het zelfs noodzakelijk zijn, om, teneinde de behandeling mogelijk te maken, den patiënt gedurende eenigen tijd ergens onder te brengen of ook in een ziekenhuis te doen opnemen.

De sociale werkster zal zooveel mogelijk trachten de daaraan verbonden kosten te doen bestrijden door den patiënt zelf, of uit andere uitkeeringen waarop hij eventueel recht heeft. Bij uitzonderingsgevallen kan het Advies-bureau grootere kosten op zich nemen, doch moet dan zooveel mogelijk restitutie van den patiënt verlangen.

Zeer belangrijk is ook, dat de sociale werkster bij het eerste onderhoud dat zij met den patiënt heeft, zijn aandacht erop vestigt, dat zij steeds tot zijn beschikking is, en dat hij altijd bij baar om bulp of raad kan aankloppen. Belangrijk is ook de vraag, die zij hem verder stellen zal n.l. waar en hoe zij hem