gebouw en de dienstwoningen onder. Zeer veel inspanning werd dag en nacht van het geheele personeel gevergd. Allen werkten echter met groote toewijding en volharding en slechts daaraan is het te danken, dat wij in letterlijken zin het terrein behielden. Eenmaal scheen het

alsof de elementen het zouden winnen. In den nacht van 20 op 21 Januari bezweek hetvuurkanaal der stokerij en liep in een oogenblik vol water. Op dit vuurkanaal brandden drie ovens, volgeneratorovens met negen horizontale retorten van 4,5 Meter lang. De expansie voegen boven in de achterzijde van de ovens werden toen opengeslagen en met dit beetje trek, dus geheel zonder schoorsteen, bleven de ovens gedurende 24 uur goed op temperatuur en ongetwijfeld had dit nog wat langer gekund.

Op Woensdag 21 Januari werd gevonden, waar het vuurkanaal gescheurd was. Een kistdam werd daaromheen gemaakt. Het gewelf van het kanaal werd opengebroken, zand en slib er uit gehaald, weer dichtgemetseld en het bleek, dat het weer best mogelijk was het

kanaal watervrij te houden. De avond van dienzelfden dag ging de trek van deze ovens weer volgens de normale manier, d. w. z. door den 35 meter hoogen schoorsteen.

Op Woensdag 21 Januari had het water zijn hoogsten stand bereikt. Het begon nu langzaam te zakken en op Dinsdag 27 Januari was ook de weg naar de fabriek weer vrij.

Directeurswoning.

Hier zij ook nog vermeld, dat vanaf de fabriek een stelling van 2 planken naast elkaar op jukken en met een touw als leuning de

De dagploeg gaat naar huis.

wandelweg naar de stad was. De lengte van deze stelling was bijna 1 K.M. en geheel door het water.

Alles bij elkaar genomen zal de maand Januari 1920 bij ons, zij het dan ook niet in aangename, herinnering blijven. In deze maand was de gasfabriek toch gedurende 18 dagen omringd door water. Wij hebben allen van die overstrooming veel geleerd en hopen ten zeerste, dat wij dat nooit weer in practijk zullen behoeven te brengen.

Verdient het gfeene aanbeveling bij de tegenwoordige toestanden over te gaan tot afschaffing van het muntmetersysteem ?

door A. VAN DER Stel.

Bovenstaande vraag heb ik mij gesteld en ik zou mijne meening omtrent dit punt als volgt willen weergeven:

Oppervlakkig beschouwd lijkt het eene eigen-

aardige vraag, doch bij nader inzien zal blijken, dat ze wel een aandachtige overweging waard is. Bovendien wat is tegenwoordig eigenaardig? Eigenlijk niets; wat gister met veel moeite en