1000 Volt of hooger, waarbij duidelijk uitgemaakt kon worden, dat de stroom een weg door het hart had gevonden, de getroffene zware beleedigingen en verbrandingen had, doch dat het gaan van den stroom door het hart niet den dood veroorzaakt had.

In dit jaar kwam een persoon zoodanig in aanraking met een draaistroom van 10000 Volt, dat hem door de opgedane verbrandingen een been boven de knieschijf, eenige teenen van den anderen voet en de 2 onderarmen zijn afgezet moeten worden. De bewusteloosheid duurde slechts een twintig minuten, waarna het hart, zelfs zonder toepassing van de kunstmatige ademhaling, weer normaal begon te werken. Van dood gaan is hier, zelfs bij de ontzettende beleediging van het lichaam geen sprake geweest.

Ook van eenige andere gevallen met vreeselijke brandwonden werd in de vorige verslagen melding gemaakt (zie o.a. blz. 174 en 175 van het Centraal Verslag over 1914, en blz. 178—180 van dat over 1917). Ook hier was van overlijden van den patiënt geen quaestie.

Een geheel ander beeld geeft onder ongunstige omstandigheden de aanraking van geleidingen bij spanningen van 110- 130 Volt, zelfs nog van geringere spanning, bijv. 72 Volt.

Raakt de getroffene een geleiding van lage spanning aan, dan is, in het bijzonder wanneer een volkomen aardsluiting aanwezig is, doordat bijv. het stroomverdeelingssysteem van een nulleider voorzien is, in de meeste gevallen die aanraking van dusdanigen aard, dat de stroom zijn weg door het hart vindt. Is daarbij de weerstand van het menschelijk lichaam verzwakt, doordat de persoon bezweet was, zijn schoenwerk nat was, hij op een natten bodem stond of in een metalen ketel arbeidde en raakt hij daarbij een stroomvoerend blank deel aan, bijv. een slecht gemonteerde handlamp, dan is in de meeste gevallen die aanraking voldoende, om den dood door het ophouden van den kringloop van het bloed, te veroorzaken. De getroffene valt, met of zonder het uiten van een laatsten wanhoopskreet, neer, of hij doet nog eenige passen en zakt dan in elkander. In zulke gevallen is in den regel redding niet mogelijk en kunstmatige ademhaling al wordt deze langen tijd toegepast blijft zonder resultaat.

Het is te hopen, dat deze wenken er toe mogen bijdragen, om het publiek te waar-

schuwen voor het aanraken van electrische geleidingen.

Een waarschuwend woord voor hen, die uit een zekere bravoure zulke leidingen moedwillig vastpakken, ten einde daarmede bij de omstanders een goedkoop succes van moed of ruwe onverschilligheid te behalen.

Een waarschuwend woord voor vele monteurs, die, omdat zij eiken dag met den electrischen stroom moeten omgaan, het gevaar, dat een aanraking met zich kan sleepen, niet meer achten.

Een waarschuwend woord ook voor hen, die uit speelschheid den in de werkplaats zoo gemakkelijk bereikbaren stroom gebruiken, om daarmede proeven te nemen op andere personen.

Dat deze allen meer en meer er mogen gaan begrijpen, hoe noodlottig een aanraking met den electrischen stroom van lage spanning kan worden!

(? & I)

Benzollampen.

Door het duur worden van benzine en petroleum nemen de vervangmiddelen van inlandschen oorsprong, of uit de naburige landen, een steeds grooter plaats in, daar we bij deze tenminste de hooge vrachten uitsparen. Zoo wordt in Duitschland tegenwoordig meer en meer gebruik gemaakt van benzollampen voor verlichting van fabrieken, binnenplaatsen, straten en stations. Een nieuwe benzollamp is zoo ingericht, dat de vloeistof opgezogen is door de sterk poreuze kieseriet, die in het reservoir in vorm van kogels gedaan is, zoodat bij omvallen of beschadiging nooit kans ontstaat, dat de gemakkelijk ontbrandbare vloeistof er uit stroomt. Door een buis, die tot op den bodem van het reservoir reikt, treedt lucht binnen, die verzadigd wordt met benzoldamp en in een Bunsensche brander verbrand wordt, door welke een kousje tot gloeien wordt gebracht. Ook hangend licht kan er mee verkregen worden. Ook worden met behulp van een grooten drukketel wel vele lampen tegelijk gevoed, zoodat men een soort centrale verlichting krijgt. Deze lampen worden gemaakt voor 100, 500 en 1000 kaarsen; ze moeten voor het aansteken even verwarmd worden, hetgeen met groote voorzichtigheid moet ge-