1,5 a dalen, waardoor dus de post c) grootendeels nuttig gebruikt wordt voor het „kraken” van de olie.

Veel wordt ook bereikt bij het „dubbelgas” proces van Strache, waarvan eerst onlangs uitvoerige cijfers zijn gepubliceerd. 4)

') • u M <U —< (fl s'i' u ïf > £ t M 'o£ 52 CQ JS 'o£ s 5 (i;i 6 – = Ü X 3 a) Cal. waarde v/hwatergas 71,5 70 62,5 60,2% 6) Eigen warmte „ „ 8 4,5 6 2,2 c) Cal. waarde „ blaasgas 21 14,5 7,3 rf) Eigen warmte „ „ 16 4,5 9,5 6,6 e) Verliezen 4,5 7.5 15,3 Teer 8,4 Totaal . . 100 100 100 100 CO. gehalte v/h blaasgas 19,8 11,3 6,5 CÜ2. „ 19 9 14,6 17 temperatuur „ „ 900 390 670 450»C blaasgas per watergas 1,85 1,45 2,1 1,76 M

Overal blijven echter de onvermijdelijke verliezen groot genoeg om te trachten ze nog nuttig te gebruiken.

De United Gas Improvement Co. heeft in Amerika daartoe reeds vele installaties gebouwd, waarbij een nuttig effect van 65 0/0 is verkregen en thans heeft de firma Humphreys & Glasgow zelf te Fulham (bij Londen) een installatie geleverd met 70 O/o nuttig effect 3).

Daarbij, wordt het (blauwe) watergas in een stoomketel afgekoeld van 700° tot 260° C.

De blaasgassen, die aanvankelijk 11,3 0/q CO. bevatten bij een temp. van 650° C. worden eerst in een „recuperator” volledig verbrand (980° C.) en daarna in den stoomketel geleid en tot 260° C. afgekoeld.

De stoomproductie bedraagt 1,7 K.G per watergas en waar voor de geheele watergasfabriek totaal noodig is ± 1,5 K.G per

*) Brender a Brandis: De Scheikunde v/h Gasbedrijf. *) Handboek der Gastechniek, Band IX.

*) Gas-Journal 30-3-20.

*) Journal f. Gasbeleuchtung u.s.w. 19-6-20.

wordt de geheele behoefte gedekt ij en zou afzonderlijke stoomopwekking voor de watergasfabrieken met vaste brandstof niet meer noodig zijn, voorwaar een benijdenswaardig vooruitzicht.

Voor een watergasproductie van 24000 M 3 per etmaal moet worden verdampt 36000 K.G. water, bij 250 werkdagen 9000 ton; besparing aan brandstofkosten minstens ƒ4OOOO,— per jaar.

Bij carburatie van het watergas echter is de beschikbare hoeveelheid warmte belangrijk minder en niet meer voldoende om in de stoombehoefte volledig te voorzien, de besparing blijft echter belangrijk.

Omtrent onderhoudskosten en bedrijfszekerheid zullen nadere berichten dienen te worden afgewacht.

4. Het stoombedrijf.

In het voorafgaande is besproken waar en hoe op een gasfabriek stoom kan worden opgewekt met behulp van warmte hoeveelheden, die thans nutteloos verloren gaan.

Maken wij de balans op van wat aldus verkregen kan worden en van wat noodig is, dan komen wij tot het volgende resultaat voor het bedrijf, zooals dat aan de gasfabriek Trekvliet ’s-Gravenhage ongeveer gevoerd zou kunnen worden:

Gasproductie.

6 verticale kamerovens. . 45000 M 3

1 watergastoestel .... 24000 „ dagproductie 69000 M 3 menggas.

Stoomproductie. warmte uit de rookgassen . . • 20000 K.G. „ „ „ cokes 25000 „ ), „ „ watergasfabriek . 40000 „ totaal . . . 85000 K.G.

Stoomverbruik watergasfabriek . . , 36000 K.G. kolengasexhauster 6000 „ natte zuivering 8400 „

water, teer, ammoniakpompen . 6000 „ Transport . . . 56400 K.G.

*) Stoomverbruik per M® watergas Generator 0,48 K.G. Blower 4,45 „

Exhauster 0,21 „ Pompen 0,13 „ Verliezen 0,17 „ Totaal 1,44 K.G.