Het produceeren van steenkool- en watergas in één oven, door A. VAN DER Stel.

Het woord „watergas” heeft den laatsten tijd in ons orgaan wel burgerrecht verkregen ! Geen nummer toch verschijnt of aan behandeling van dit vraagstuk is de noodige ruimte afgestaan. Verschillende personen hebben getracht —en niet zonder succes – de CEConomie te verhoogen; ik noem in dit verband slechts de namen van de heeren Willemse en Kempkers. Ook de heer Wiechman is geregeld in deze richting werkzaam. Hetgeen deze beoogt (zie het Decembernummer) is ongetwijfeld mogelijk; alleen en dit zal het beletsel blijken te zijn wordt de inrichting en bediening van den oven te omslachtig, afgescheiden nog van de verhoogde "bouwkosten.

Reeds vroeger is getracht het vraagstuk „bereiding van steenkool- en watergas in één oven” tot oplossing te brengen. Bij dit systeem (Duitsch patent n». 156463 van 1902) wordt de bestaande generator van de bekende constructie vervangen door een watergasgenerator, welke afwisselend generator- en watergas produceert. Dat dit systeem geen opgang heeft gemaakt, zal vermoedelijk zijn oorzaak hierin vinden, dat deze generator zich niet leende voor onafgebroken generatorgasproductie gedurende den tijd, dat uitsluitend steenkoolgas werd geproduceerd. Ook door schrijver dezes is in deze richting gezocht, overtuigd als hij was, dat alleen langs dezen weg de grootst mogelijke cEconomie te bereiken is.

Aan de gasfabriek alhier wordt sinds geruimen tijd eene zekere hoeveelheid generatorgas aan het steenkoolgas toegevoegd; bij het gebruik van Amerikaansche kolen en eene toevoeging van ongeveer 20 o'q éeneralorgas wordt eene gemiddelde gasopbrengst verkregen van 40 M 3. per 100 K.G. kolen met eene calorische waarde van ruim 4300. Dit generatorgas wordt door den exhauster afgezogen en direct achter den main met het steenkoolgas gemengd. Bij nadere studie rijpte bij mij het idee op de zelfde wijze het in den bestaanden generator te produceeren watergas af te zuigen; dit idee werd nader uitgewerkt en werd hiervoor octrooi aangevraagd met als conclusie „Retortenoven voor gasfabricatie, waarbij in den oven afwisselend generator- en watergas wordt bereid, met het kenmerk, dat deze bereiding geschiedt

in een generatoroven van de gebruikelijke constructie, die tot dat doel van stoom- en persluchttoevoerleidingen en van één of meer met „de productieleiding in verbinding staande afzuigleidingen is voorzien.”

In onderstaande regelen zullen de werkwijze, benevens de aan bovengenoemd systeem verbonden voor- en nadeelen nader worden beschreven.

In de eerste plaats dient te worden opgemerkt, dat als roostertype alleen een vlakrooster in aanmerking komt; traproosters zijn hiervoor niet geschikt. Tevens dient nauwlettend zorg te worden gedragen voor eene goed sluitende vuldeur, zulks ter voorkoming van geheele of gedeeltelijke verbranding van het in den generator gevormde watergas; trouwens ook thans reeds moet voor eene goede sluiting zooveel mogelijk worden gewaakt. Verder moet het trekken der cokes uit de retorten zoodanig worden geregeld, dat uitsluitend gloeiende cokes in den generator wordt gebruikt. Daar het met dit systeem door de grootte van den generator mogelijk is alle cokes te vergassen vervalt hiermede van zelf het probleem betreffende het tegengaan van het warmteverlies bij het blusschen der cokes.

Aan den oven wordt feitelijk niets gewijzigd; alleen een der beide primaire luchtkanalen wordt voorzien van eene buis voor aanvoer der lucht tijdens den blaasgang, terwijl het andere kanaal gedurende de periode van watergasbereiding (blaas- en gasgangen) gesloten blijft. Bij beëindiging der watergasproductie (dus wanneer alleen steenkoolgas wordt bereid) behoeven dus slechts de schuiven der primaire lucht aan de zooeven genoemde buis zit ook een schuifje bevestigd te worden geopend; ook moet dan de regelkraan in de leiding vanaf den generator (hierover straks) worden gesloten. Daar de bij den blaasgang gevormde generatorgassen en een gedeelte van het geproduceerde watergas in de retortenruimte onder aanvoer van secondaire lucht verbranden behoeft het geen nader betoog, dat de productie van steenkoolgas tijdens de watergasbereiding niet in het minst wordt belemmerd, integendeel.

Afwisselende boven- en benedengangen (dus