fe zien van kamerovens, dure transporfinrichtingen, centraal generatoren en wat dies meer zij.

(B. a B.)

Over de toepassing van ruw gaswater voor bemestingsdoeleinden. Mededeeling uit het gasinstituut Karlsruhe. Gas- und Wasserfach. Jrg. 66, {1923), n°. 2, p. 25—27.

Naast het nuttige ammoniak bevat het water ook voor planten schadelijke stoffen als cyaan, rhodaan, phenolen en andere, hetgeen het gebruik van ruw water in den weg staat. De conclusie van deze gedocumenteerde mededeeling luidt echter: de toepassing van ruw gaswater voor bemesting staat bij in acht neming van bijzondere voorzorgsmaatregelen niets in den weg. De reeds vroeger gepubliceerde uitstekende resultaten, met gaswaterbemesting verkregen, bevestigen veeleer, dat de hooge mestwaarde door de zoo dikwijls gevreesde nevenbestanddeelen niet wordt beïnvloed.

(B. a B.)

Electro-statische methode voor teercondensatie uit steenkoolgas, door Custos.

Chaleur et Industrie. Jrg. 3 (1922) n“. 26, p. 1357.

Korte mededeeling van de methode Cottrel, verbeterd door Foxwell. Een installatie voor 7500 M 3 gas per dag zou aan energie slechts 0,2 K.W.U. kosten ; spanning 20.000 volt, stroomsterkte 3 milli-Amp.; duur van de inwerking op het gas 0,4 sec. Temperatuur oefent geen invloed uit. (Zou dit laatste waar zijn? Teerdamp zal toch wel eerst tot uiterst kleine druppeltjes moeten overgaan. Indien juist, dan ligt de weg voor goede warme teerscheiding en directe ammoniak-winning geheel open. Twijfel hieraan Ref.).

(B. a B.)

Een Amerikaansche studie over gasbranders, door Thomson King. Chaleur et Industrie. Jrg. 3 11922) n». 26, p. 1348-1353; n". 27, p. 1442-1447.

Het oorspronkelijke artikel is verschenen in het American Gas Journal, 22 October 1921, doch volledig in Chaleur et Industrie overgenomen, met afbeeldingen en tabellen. Alge-

meene besclioiiwingen, definities, beginselen, verschijnselen, die zich in den brander voor doen. Studie van den brander, de kraan, de ejecteur, de mengbuis en luchtaanzuiging, de branderkop, luchtregeling, algemeene beschouwingen en toepassingen.

(B. a B.)

The Gas World, 3 Maart 1923.

Zomer- en winterleveringen van kolen voor gasfabrieken. Daar de mijnen in Engeland voort willen gaan met het leveren van gelijke hoeveelheden kolen in de winter- en zomermaanden, stelt de redactie van dit blad voor de oude condities n.l. levering van 60 O/q in den winter en 40 't/o in den zomer weer in te voeren. Er zou over kunnen worden gepraat gelijke hoeveelheden te accepteeren, waarmede hoogere opslagkosten gepaard gaan, indien de mijnen tengevolge van de gelijkmatiger aflevering ook lagere prijzen zouden willen berekenen.

(K.)

The Gas World, 3 Maart 1923.

Mr. Warren geeft als zijn meening, dat de beste resultaten in het stokerijbedrijf (met horizontale doorloopende retorten) bereikt kunnen worden, indien door middel van één regulateur in de retorten een druk gelijk aan den druk van de atmosfeer wordt onderhouden en zonder dip gewerkt wordt.

Hij acht één klimpijp per retort beter dan een aan elk uiteinde, terwijl om verstoppingen te voorkomen zoo vol mogelijk geladen moet worden. Controle van de gasqualiteit kan zeer eenvoudig nog steeds met den Jet-Photometer, doch op nauwkeuriger manier door middel van een calorimeter geschieden, liefst registreerend (WRiGHT’s-calorgraph).

(K.)

The Gas World, 3 Maart 1923.

De concurrentie van de synthetische ammoniak dwingt niet alleen de gasfabrieken, doch nog in meerdere mate de cokesovenindustrie, alle aandacht te wijden aan de vermeerdering van de opbrengst aan ammoniak-

Mr. Mott heeft dit vraagstuk uitvoerig behandeld. Bij het natte ovenbedrijf hetgeen bij cokesovens in verband met de cokesqualiteit minder goed kan worden toegepast is de opbrengst hooger dan bij het droge