Als plaats van het toestel in de gas en waterleidingen, hebben wij gekozen het begin van den gasweg en het einde van den waterweg. Het is evenwel ook mogelijk een andere plaats te kiezen bijvoorbeeld aan het begin’van den waterweg en van den gasweg; ook zou | het een plaats kunnen vinden in de gasleiding, ergens tusschen gasmeter en brander in. Het is misschien wel interessant op de verschillende voor- en nadeelen aan de eene of andere plaats verbonden, te wijzen.

De reden dat wij ons toestel geplaatst hebben aan het begin van den gasweg, en aan het einde van den waterweg, is wel, dat wij voor de eerste proef den automatischen calorimeter zoo weinig mogelijk wenschten te beschadigen. Wij hebben in het begin het water zooals het uit den draaibaren arm onder in de kast stroomt, in het toestel opgevangen, en de gasleiding, voordat deze achter in de kast verdwijnt, onderbroken, en het gas provisorisch in het toestel in- en uitgevoerd. Toen de proef goed bleek te voldoen, hebben wij een definitieve plaats uitgekozen, vlak naast den calorimeter; de waterafvoerbuis van uit den calorimeter is doorgesneden, en naar den inlaat van het beveiligingstoestelletje gevoerd; het water van den afvoer en den overloop wordt gezamenlijk opgevangen in een bakje, hetwelk aan het ondergedeelte van de doorgesneden buis is bevestigd. De gewone controle van den calorimeter blijft dan zonder meer mogelijk.

De gasleiding is definitief gemaakt, terwijl een omloopleidingtje om het beveiligingsapparaatje is gemaakt; dit is wel aan te bevelen, omdat dan het apparaat geniakkelijk buiten bedrijf kan worden gesteld, terwijl de calorimeter in bedrijf blijft. Fig. 3 geeft een photo van het toestelletje; we zien hierop ook nog aangebracht, een pijlglas, hetwelk onder in den bak uitmondt; de bedoeling hiervan is minder geweest het peilglas, als wel om gemakkelijk den bak te kunnen vullen, zonder den drijver te lichten; vooral door het omloopleidingtje voor het gas, is dit evenwel geheel overbodig gebleken.

Een tweede reden, waarom wij het toestelletje aan het einde van den waterweg gekozen hebben, is, dat de oorzaak van het onderbreken van den waterstroom niet noodzakelijk buiten het calorimetercomplex behoeft te liggen. Leidingen en toestellen kunnen lek worden; de regeling van den watertoevoer naar den watermeter kan defect raken enz. Al deze bezwaren zouden worden

ondervangen door het toestel te plaatsen aan het einde van den waterweg. Evenwel heeft dit ook een bepaald, zij het ook klein nadeel. Wanneer namelijk de watertoevoer

Fig. 3.

wordt onderbroken, zal eerst het reservoir boven op de kast leegloopen, dan de meter; het water stroomt dus nog een tijdlang door den calorimeter, en het toestel zal nog niet werken. Dit is ook geen bezwaar, omdat de calorimeter dan ook nog niet verbranden kan. Wanneer evenwel de meter begint leeg te loopen, gaat ook de gasmeter langzaam loopen; de brander zal mogelijk kunnen inslaan of uitdooven, nog even voordat het beveiligingstoestel werkt; wordt in dien kleinen tusschentijd de watertoevoer wederom normaal, dan zal ook de gastoevoer weder normaal worden, maar dan mogelijk bij een ingeslagen of gedoofden brander. Die „gevaarlijke” tijdsruimte is evenwel slechts kort, en het bezwaar dus wel klein. Men zou hieraan tegemoet kunnen komen, door te zorgen dat de bak snel leeg loopt. Zulks zou op verschillende manieren kunnen worden beproefd.

Vooreerst door de afmetingen kleiner te