gezegd worden dat zij nu geheel rijkszaak is geworden ■— al is de stap, welke in deze richting is gedaAn nog grooter dan bij den steun. -—•

Het nieuwe besluit bepaalt n.l. dat de uitgaven voor arbeidsloonen en daarmede gelijk te stellen bedragen, voorzoover deze betrekking hebben op van rijkswege goedgekeurde werkverruimingsobjecten ten volle als rijkssubsidie zullen worden betaalbaar gesteld. Het rijk neemt hier alle kosten, welke de uitvoering van het object van een overheid vergt, voor zijn rekening, terwijl de gemeente bij deze werkverruiming geen enkele functie meer vervult, noch bij de keuze van de arbeiders of het object, noch bij de financiei'ing.

Voortaan vindt de subsidieering uit hoofde van werkverruiming rechtstreeks aan den belanghebbende plaats. Met name is het dus niet meer mogelijk den tot nu toe onder den naam van ~particuliere ontginning” gebruikelijken vorm van subsidieering te handhaven, omdat daarbij de ontginner subsidie ontving van de gemeente, terwijl deze laatste op haar beurt subsidie ontving uit het Werkloosheidssubsidiefonds. In den vervolge zal het rijkssubsidie voor particuliere ontginners rechtstreeks aan dezen worden toegekend, met uitschakeling van de gemeenten.

Cvltureel en herscholingswerk

Onder mededeeling no. 205 van Augustus 1943 zag het licht de statistiek van het cultureel en herscholingswerk Juli-December 1942, samengesteld door het centraal bureau voor de statistiek, afdeeling cultureele statistiek, aan de hand van de gegevens, verzameld door het departement van sociale zaken, afdee-

ling werkverruiming. Deze mededeeling is, als gevolg van de papierschaarschte, aanmerkelijk beknopter dan hare voorgangsters. Zoo werden ditmaal de cijfers betreffende den ontwikkelingsgang van het cultureel en herscholingswerk over de laatste jaren, zooals voorheen bij het afsluiten van de bewerkingen over een kalenderjaar werden gepubliceerd, goeddeels achterwege gelaten. De gegevens, welke betreffen het cultureel werk in de onderscheidene gemeenten, welke evenmin konden worden opgenomen, kunnen op aanvrage door het centraal bureau voor de statistiek aan belanghebbenden ter kennisneming worden toegezonden.

Het aantal gemeenten, dat cultureel werk organiseerde, bedroeg in de maanden Juli—December 1942 resp. 42, 38, 37, 35, 34 en 33. In deze periode zetten 9 gemeenten het werk stop. Gedurende het geheel jaar 1942 zetten 22 gemeenten het werk stop en vatten 6 gemeenten het aan.

De hierneven staande tabel vermeldt de aantallen deelnemers aan de onderscheidene vormen van cultureel werk per provincie, alsmede de aantallen manuren, welke de deelneming vergde. Evenals het vorige jaar geven de cijfers omtrent het aantal deelnemers van het cultureel werk (cursussen, werkobjecten en centrale werkplaatsen) over de laatste drie maanden een daling te zien in tegenstelling tot de overeenkomstige cijfers over de jaren 1936-1940, waarover de

Staat A

waarnemingen van het bureau zich eveneens uitstrekten. In de laatstgenoemde jaren vertoonden de cijfers over de maanden October, November en December, evenals die over September, nagenoeg steeds een toeneming. De hierboven geconstateerde daling hangt samen met de groote vraag naar arbeidskrachten, zoowel voor arbeid hier te lande als in het buitenland. Dat het aantal bezoekers der centrale werkplaatsen gedurende de laatste maanden een stijgende tendentie vertoond, houdt verband met de omstandigheid, dat deze instellingen ingeschakeld werden bij de opleiding van werkkrachten voor Duitschland.

Staat A brengt de gegevens betreffende de leeftijden van de deelnemers aan het cultureel werk, het kampwerk niet inbegrepen.

In staat B op bladzijde 222 vindt de lezer enkele cijfers betreffende het gemiddeld aantal manuren per deelnemer per maand. In het bijzonder bij de centrale werkplaatsen lagen de gemiddelden in het tweede halfjaar 1942 over het algemeen op een hooger niveau dan in de voorafgaande perioden. Men denke hierbij aan den invloed van de invoering van de 48-urige werkweek bij de centrale werkplaatsen. De schommelingen in de gemiddelden zijn een gevolg van het feit, dat het aantal werkweken de gegevens worden per werkweek verstrekt per maand nu eens 4 dan weer 5 bedraagt.

Leeftijdsgrenzen Juli Augustus September October November December 14-—17 jaar 743 777 842 798 813 737 18—24 jaar 477 440 41G 391 386 373 25—30 jaar 305 297 287 245 250 239 31 jafr en ouder .... 888 857 897 882 836 933 Totaal . . 2413 2371 2442 2316 2285 2282