uitgebreid en versterkt moeten worden om een deel van de taak der op te keffen Steun-Comité’s over te nemen.

Het complex van maatregelen omvat eene regeling van de werkloosheids zorg, die vanzelfsprekend op den duur wijziging, aanvulling en uitbreiding zal behoeven, doch die tegelijk het stempel van een stelsel draagt d.w.z. van een groep van bepalingen, die op elkaar inwerken en elkaar aanvullen om het beoogde doel (werhlo osheids zorg, geen armenzorg) te bereiken.

f 2.000.000 voor Werkverruiming.

In 1914, 1915 en het laatst in 1918 (wet van Juni 1918) stonden de Staten-Generaal den Minister van Waterstaat credieten toe om werken te laten uitvoeren die er toe zouden by dragen de werkloosheid eenigszins te doen afnemen.

Thans vraagt de Minister wederom een crediet, groot 2 millioen. Dit verzoek wordt gemotiveerd met het oog op de nog alom heerschende werkloosheid. Deze werkloosheid is werkelijk nog ernstig en de vooruitzichten voor den a.s. winter zyn niet erg gunstig. Hierbij komt nog de liquidatie der steunbeweging, zoodat de noodzakelijkheid om werk te verschaffen sterk naar voren komt. Het is dan ook uitnemend gezien gelden voor werken aan te vragen, al zal 2 millioen wel niet voldoende blijken. Het is reeds eerder gezegd dat de vorm waarin de vorige credieten voor werkloosheidsbestrijding zijn verleend, in de praktijk tot moeilijkheden aanleiding gaf. Het heet dan ook in de Memorie van Toelichting:

Dat het gewenscht zal zijn een anderen opzet te kiezen dan waarvan bovengenoemde wet uitging. Hier toch werden de gelden slechts gevoteerd voor bepaald aangewezen werken. De practijk nu heeft aangetoond, dat eenige vrijheid van beweging hier gewenscht is. Herhaaldelijk toch is het yoorgekomen, dat posten niet zijn gebruikt, omdat de arbeidsverhoudingen zich ter plaatse inmiddels in gunstigen zin ontwikkelen, terwijl daarentegen elders meermalen behoefte werd gevoeld aan werkverschafßng, waaraan niet kon worden voldaan, omdat de daarvoor noodige werken niet voorkwamen op de desbetreffende lijst. .

_ De Minister wenscht derhalve een blanco-crediet. Zulks is ook zeer gewenscht, want of er nu al gelden voor werkloosheidsbestrijding zijn uitgetrokken die toch niet besteed kunnen worden, omdat zij vastgelegd zijn voor bepaalde werken, geeft niet veel. De Minister zegt dan ook verder in de Memorie:

„Bleek het dus een vorig jaar midden in de oorlogsperiode al moeilijk de sociale omstandigheden eenigszins te voorzien, thans, in den overgangstoestand van oorlog op vrede, is dit nog veel