dezer zaak bevordert, centrale leiding geeft, voorlichting verstrekt en ten slotte voor de uitwisseling der open plaatsing zorgdraagt.

Dit geldt dan zuiver en alleen de arbeidsbemiddeling voor de open markt. Wat aangaat de overige zorg voor maatschappelijk mindergeschikten zou een landelijk centraal orgaan tot voorlichting en organisatie wel wenschelijk zijn. Speciaal geldt dat ook de organisatie der werkverschaffing voor maatschappelijk mindergeschikten. Wij zijn er van overtuigd, dat flink aanvatten dezer kwestie, in de onderscheiden gemeenten en landelijk, van onberekenbaar nut zou zijn, niet slechts voor den maatschappelijk mindergeschikte maar voor heel ons volk. Hoe ten slotte deze zaak in details georganiseerd zou moeten worden, zoowel gemeentelijk als landelijk kan nader worden bekeken. Wij hebben alleen maar beginselen en algemeene lijnen willen bespreken.

Samenvatting.

Ons betoog in een paar stellingen samenvattende zouden wij deze aldus willen formuleeren, daarbij in H oog houdende dat wij hier uitsluitend den maatschappelijh minder geschikte bezien als bezoeker der arbeidsmarkt :

1. De economische positie der maatschappelijk mindergeschikten, (waaronder voor deze zaak verstaan moeten worden alle niet volwaardige, tot arbeid in meerdere of mindere mate in staat zijnde, personen, in wier behoefte niet op andere wijze wordt voorzien), eischt dringend voorziening, aangezien die positie door maatschappelijke oorzaken hoe langer hoe ongunstiger wordt en er ten hunnen bate veel te weinig geschiedt.

2. De organisatie dezer sociale zorg behoort tot de taak der Overheid, zoowel der landelijke als der gemeentelijke overheid.

3. Deze zorg zal in hoofdzaak moeten omvatten :

a. het bevorderen der tewerkstelHng van maatschappelijk mindergeschikten in het vrije bedrijfsleven, ook door arbeidsreserveering.

6. het op ruime schaal verschaffen van productief werk aan hen die op de gewone arbeidsmarkt niet geplaatst kunnen worden.

c. het verleenen van werkloozenuitkeering aan hen die ook bij de werkverschaffing geen plaats kunnen krijgen.

d. het verleenen van bijkomstige hulp, indien die noodig of wenschelijk mocht zijn.

e. de technisch-medische verzorging der ziekten of gebreken der maatschappelijk mindergeschikten, ter geheel of gedeeltelijk herstel van hun arbeidsvermogen.