groote verwachtingen van. Nu de machine is ingevlogen, schijnen deze verwachtingen verwezenlijkt te worden. De juiste prestaties kuimen we nog niet opgeven, daarmede moeten we wachten tot de Rijks-Studie-Dienst de verschillende proeven heeft uitgevoerd. Maar dat deze Koolhoven op diensthoogte gemakkelijk zijn 375 km haalt, gelooven we zeker. De lijn is zeer fraai en de dikke romp sluit mooi aan bij de breede NAQA-kap, welke om den groeten Bristol-Pegasus-motor is gemonteerd. Deze motor behoort tot de bekende Bristol-familie, die op het oogenblik zoo in het brandpunt van de belangstelling der Nederlandsche vliegers staat. De luchtkruisers van Fokker zullen toch ook worden uitgerust met Bristol-motoren. De motor drijft een driebladigen Schwartz-propeller aan, welke op den grond verstelbaar is. Vlieger en waarnemer zitten onder een fraai gevormde kap en de achterzijde hiervan kan met één handbeweging worden neergeklapt, om den waarnemer gelegenheid te geven tot schieten. Het uitzicht is prachtig en de kap draagt het hare er toe bij, den romp een goeden aërodynamischen vorm te geven. Het landingsgestel is niet intrekbaar, doch het geeft een minimaal kleinen weerstand, want het bestaat slechts uit twee gestroomlijnde stijlen en twee wielen, die zelfs voorzien zijn van gestroomlijnde banden. De rest van het landingsgestel is in den romp ondergebracht.

Zeer waarschijnlijk zal de machine aan de Luchtvaartafdeeling ter beproeving worden aangeboden, waarna wij er nader op terug zullen komen. Wij wenschen Frits Koolhoven echter reeds nu geluk met dit ontwerp, dat ons inziens tot groote daden in staat ic

Een merkboei voor OceaanvUegtuigen.

Vliegtuigongelukken hebben dikwijls gebreken aan het licht gebracht, die men niet vermoed had, en de offers door de vliegers gebracht, zijn dan zeker niet tevergeefs geweest. De menschheid heeft er van geleerd en de luchtvaart nadert daardoor weer een schrede tot de volkomen veiligheid. De verongelukte vliegtuigen worden steeds nauwkeurig onderzocht, en heel dikwijls kan men de oorzaak van het ongeluk opsporen. Veelal zal deze oorzaak een fout van den vlieger blijken te zijn, maar ook komen er nog wel, zij het ook sporadisch, materiaal- of constructiefouten voor, en dan moet men deze in de toekomst in alle vliegtuigen van hetzelfde type veranderen, zoodat eenzelfde ongeluk niet meer zal kunnen geschieden. Maar als een vliegtuig boven zee verongelukt, wat maar al te dikwijls is geschied, blijft de kans groot, dat het wrak zinkt, en dan kan men het gebeurde niet meer reconstrueeren. De verdwijning van den zeer bekenden Franschen vlieger Mermoz en de zijnen is

aanleiding geweest, dat in Frankrijk stemmen zijn opgegaan om de Oceaanvliegtuigen van boeien te voorzien, opdat men later het wrak zal kunnen terugvinden. Als het in ondiep water ligt, kan het gelicht worden, zoodat er gelegenheid komt tot een uitgebreid onderzoek, en de slachtoffers kunnen in hun vaderland begraven worden. Men wü die boeien echter zóó maken, dat, ook al vindt men het wrak niet terug omreden het in diep water gezonken is, aan de boei blijft te zien, wat er vlak voor het ongeval geschied is. Men wil namelijk in de boei een barograaf inbouwen, die zal aangeven of het vliegtuig naar beneden gestort is, dan wel een noodlanding heeft uitgevoerd. De ontworpen boei wordt met een zoutstaaf aan het vliegtuig bevestigd, welke staaf, nadat het vUegtuig eenigen tijd in het water gelegen heeft, smelt. De boei komt dan los en aan de oppervlakte te drijven. Doordat de boei loslaat, komen tevens een aantal balletjes vrij, die ook blijven drijven en welke het vinden van de boei vergemakkelijken. De beschreven boei is uitgevonden door den Franschen mecanicien Vion. In de teekening geeft A de barograaf aan, E is de zoutstaaf en D zijn de balletjes. De idee lijkt ons zeer bruikbaar. Heelemaal nieuw is zij niet, want ook de onderzeebooten hebben dergelijke boeien. Deze zijn echter met een telefoonkabel met de boot verbonden, zoodat een reddingsexpeditie met de bemanning van de gezonken onderzeeboot kan spreken. Wordt echter de vliegtuigboei gevonden, dan is dit slechts een bede bemanning niet meer te redden is, want vUegtuig zeU is gezonken, ,

Deelnemers aan de race New -York—Parijs.

Zoo langzamerhand komen er drup – pelsgewijs eenige inschrijvingen binnen voor de aanstaande Oceaanrace van New-York naar Parijs. Een nieuwe Engelsche inschrijver is een Burnelli Clyde Clipper, voorzien van twee Rolls Royce Kestrel-motoren.

De Burnelli is van Amerikaansche origine, doch een Engelsche fabriek heeft de licenties voor Engeland aangekocht. Het patent van Burnelli bestaat uit de vleugelvormige cabine, het vliegtuig heeft iets weg van een vliegenden vleugel met twee smalle staarten. Zijn wij wel ingelicht, dan wordt deze Britsche mededinger echter in Amerika gebouwd, zoodat het eenige Britsche ervan dan de twee motoren zijn. Zelfs is het niet onwaarschijnlijk, dat de Amerikaan Clyde Pangborn de vlieger zal zijn.

Frankrijk heeft officieel met drie vUegtuigen ingeschreven, en wel met een viermotorige Marcel Bloch, voorzien van Hispano Suiza-motoren, met de drie-motorige Amiot, die wordt ontwikkeld uit de mooie twee-motorige machine, die op de Parijsche tentoonstelling was te zien, en met een Makhonine,

De Koolhoven FK-52, de nieuwe 2-persoons gevechtsmachine, die kortgeleden haar proefvlucht heeft gemaakt.

een ons onbekend vliegtuig, dat waarschijnlijk vleugels van veranderlijke grootte heeft. Zoodra we hierover meer gegevens hebben, komen we er op terug.

Een nieuw klein iweemo – totig Amexikaansch verkeer svlie gtuig.

Amerika is het land van de tweemotorige verkeersvliegtuigen. Men ziet daar praktisch geen drie-motorige meer rondvliegen. Men kan ze 'er in alle grootten krijgen, en alle zijn ze vrij snel. Tot nu toe ontbrak er echter een goed klein twee-motorig verkeersvliegtuig, te gebruiken voor de aanbrenglijnen, de zoogenaamde feeder lines, wat we bij ons in Holland het binnenlandsch verkeer zouden noemen Voor deze lijnen zijn slechts kleine vliegtuigen noodig, want zij zijn bestemd om de reizigers van de kleinere plaatsen te brengen naar het vliegveld van de groote stad, waar kan worden overgestapt in de vliegtuigen van de groote lijnen. Daar deze vliegtuigen dus over korte afstanden moeten concurreeren tegen de spoor, moeten zij zeer snel zjjn.

Zulk een vliegtuig is nu kortelings door Beechcraft op de markt gebracht. Het vliegtuig, dat natuurlijk geheel van lichtmetaal is opgebouwd, biedt plaats am zes passagiers en twee vliegers en is voorzien van twee Wright-motoren, van 420 pk elk. De staart doet sterk denken aan de snelle Lockheed Electra, namelijk met dubbele richtingsroeren, die vooral bij de éénmotor-vlucht goed tot hun recht komen. Dit vliegtuig is zeer snel en ontwikkelt een kruissnelheid van 300 km per uur, zoodat het hiermede wel degelijk aan den in den aanhef genoemden eisch voldoet. Voor de liefhebbers brengen we maar meteen een maatschets van dit interessante vliegtuig. En om het modellenbouwers meteen gemakkelijk te maken, plaatsen we er ook nog een foto van.

De dubbele vliegboot van May o.

Het interessante ontwerp van den Engelschman Mayo voor een Oceaanvliegtuig, dat eerst de lucht wordt ingébracht door een zware vlieg – boot, nadert zijn voltooiing. We hebben er reeds meerdere malen over geschreven, maar om de herinnering even op te frisschen deelen we nogmaals mede, dat het hier gaat om een groote, vier-motorige vliegboot, die een kleiner viermotorig watervliegtuig op haar rug kan dragen. Dit vliegtuig heeft een zeer hooge vleugelbelasting en is bijzonder snel. De start zou daarom moeilijk

ONZE MARINE GEBRUIKT

Boei voor oceaanvliegtuigen.