SiTTARD. Joannes Gerardus Linders, Kanunnik en Pastoor te Sittard. 1821—45—74.

Venloo, Godefridus Raetsen, Kanunnik en Pastoor te Venloo, 1817—41—70

Weert. Joannes Godefridus Custers, Kanunnik en Pastoor te Weert, 1824—48—83.

DISPENSATIEN IN DE VASTEN VOOR HET BISDOM

ROEKMOND.

1. Het gebruik van vleesch is geoorloofd op Zondag, Maandag, Dinsdag en Donderdag van elke week, uitgenomen de Donderdag in de Goede week.

Zondags mag men meermalen vleesch eten, maar Maandags, Dinsdags en Donderdags maar eens, en alleenlijk bij het middagmaal.

Op die dagen dat het vleesch is toegestaan, is het verboden vleesch en visch bij hetzelfde maal te gebruiken; de Zondag is daarvan niet uitgenomen, en onder den naam van visch zijn begrepen: Oesters, Mosselen en Kreeften.

2- Wij vergunnen het gebruik van gesmolten vet in de plaats van boter, alle dagen des jaars, uitgenomen de Vrijdagen, Asch-Woensdag, de drie Quatertemperdagen in de Veertigdaagsche Vasten en de drie laatste dagen van de Goede Week.

3. Wij staan het gebruik van eieren toe op alle dagen, uitgenomen op Asch-Woensdag, op de drie Quatertemper-dagen van de Vasten en de drie laatste dagen van de Goede Week. Zondags meer dan eens (en insgelijks op de andere dagen voor hen, die van het vasten ontheven, of daartoe niet gehouden zijn), maar op de andere dagen mogen zij maar eens, en dat niet bij de collatie, maaralleen bij het middagmaal gebruikt worden. (Deze bepaling dient ook voor de andere vastendagen door het jaar.) Dit verbod nochtans betreft het gebruik van eieren niet, in zooverre daarmede andere spijzen