Wie onzer kan bepalen Wanneer hij zal betalen
Den groeten tol aan de natuur? Wie weet zijn stervensmu-? De levensband
Is zwak als kant: Soms breekt hij onverwacht, Als men er ’t minst is op bedacht.
Stel dus niet uit tot morgen. Zoo gij nog hebt te zorgen
Voor Uw onsterfelijke ziel; Want mooglijk dat Uw levensklei Nog heden landt
Aan ’t eeuwig strand; Dan is haar tocht gestuit. En werpt de Dood het anker uit.
Laat dus geen beuzelzaken De vracht van ’t schip uitmaken; Neem liever goud dan ’t aardsche slik
Schat eeuwigheid, voor oogenblik. ’t Is, denk het well
Geen kinderspel; Want eeuwig loon of straf. Hangt van Uw vracht en lading af.
Vondt gij in ’t ijdel jagen Naar wellust slechts behagen; Hebt gij de Zonde niet gevlucht.
Wees voor Uw Vonnis dan beducht! Maar was de Deugd
Uw zoetste vreugd, O, mensch! ontslaap dan zacht, itr IS een Hemel die U wacht!
Henri,