schade _en schande, dan uit mijne lessen leeren wilt • maai ik sluit voor u met het spreekwoord: dat men nergens duurder leergeld betaalt dan in de school der ondervinding.”

Hier eindigde de oude Zwanenberg zijne toespraak. Men had hem aaudachtig aangehoord, men keurde al zijne grondstellingen goed, en sommigen schenen er inderdaad ook diep door getroffen; maar met de meesten ging het, zooals het gewoonliik na de beste preeken en raadgevingen gaat: zij deden juist het tegenovergestelde van hetgeen zii gehoord hadden. Het waren van die hoovaardige menschen, die denken, dat het veel te eenvoudig en kmderachtig staat naar een goeden raad te luisteren en zijn gedrag te verbeteren. Zoodra de verkooping begonnen was, kochten zij, de een al heeter_ dan de andere, al wat er maar moois en prachtigs tafel kwam, niettegenstaande den angst, dien zij een oogenblik te voren hadden laten blijken, dat zij hunne belastingen niet zouden kunnen betalen.

Het deed mij tot in de ziel leed, dat de raad van den goeden vader Zwanenberg zoo weinig opgevolgd werd, en ik besloot ten minste voor mij zelven dien te volgen. Ik was reeds voornemens geweest, bij mijne tehuiskomst mij een nieuwe jas te laten maken, maar mijn oude, die ik aan had, nog eens wel beziende, oordeelde ik het er nog wel een jaar mede te kunnen doen; en toen Ik, van daar wegrijdende, in het veld een arme boerin ontmoette, die bij hare eenige melkkoe, welke daar in een sloot verdronken lag, stond te schreien en de handen te wringen, gaf ik haar het geld, lietwelk ik mij door die bezuiniging uitspaarde. l.ezei, indien gij den moed hebt mij nu en dan na te volgen, zult gij er evenveel bij winnen als ik, en er een even goed gebruik van kunnen maken, vaarwel!

Tilburg, 1884.

A. VAN DEN HOEVEN.