en op zijn minst even hartverscheurend als die , welke de geschiedenis van den kindermoord in China oplevert. Zoo schreef ons b. v. niet lang geleden de E. P. Lutz, van de Congregatie van den H. Geest, Apostolisch Prefect van den Beneden-Niger: « Een volkstam in mijne Missie vormt een staatje, dat door ongeveer 400 koninkjes bestuurd wordt, die allen eene roode muts als onderscheidingsteeken dragen. Elkeen die koning wil worden , moet eerst een menschelijk wezen slachtofferen , groot of klein, gezond of ziek; het is voldoende dat het offer levend is op het oogenblik der slachtotfering. Bereken nu het aantal slachtoffers naar het aantal koningen. Doch dit is niet alles; als zulk een heerschap sterft, begint er een nieuw bloedvergieten. Voor elk koninkje moeten er op zijn minst drie menschen gedood worden-Hoe smart het ons, dat wij al die rampzalige slachtoffers niet kunnen redden ! Konden wij ten minste maar al diegenen opnemen die ons op de Missie worden aangeboden 1 Doch , helaas! meestal hebben wij het geld niet, dat er voor gevraagd wordt, en moeten dus het goede werk ongedaan laten. Dat zijn hartverscheurende oogenblikken, die ik nooit zal vergeten. En toch zou 40 of 50 fr., ten minste voor zieken, meestal voldoende zijn tot den vrijkoop. Arme kinderen 1 Hoe schreien en krijten zij, koe klampen zij zich aan onze kleeren vast, als de koop niet doorgaat, en de kooplui hunne menschelijke waar weer willen meenemen !”

Goddank , niet alle heidensche volken zijn aan zulke erge gruwelen schuldig; maar bij alle zijn er kinderen op te nemen , op te voeden, te bekeeren , te redden ; en ook overal, mogen wij er bij voegen , ten minste waar katholieke Missionarissen zijn doorgedrongen, vindt men bet Genootschap der H. Kindsheid bezig om door zijne ondersteuning dit liefdewerk te bevorderen. In Oceanië, waar de EE. PP. Maristen en de Missionarissen van bet H. Hart van Issoudun dagelijks nieuwe veroveringen doen voor ons heilig geloof; in Amerika, te midden der ijs- en sneeuwvelden, waar de Oblaten van