Indianen te doopen. Een gezin van vijf kinderen ontving namelijk het doopsel in de kapel onzer Sint-Antonius-school.

Dit gezin behoort tot de Missie der zoogenaamde « Dalles twee der kinderen waren reeds op de school, en deze twee zijn de apostelen geweest van al de hunnen. Twee jaar geleden hadden deze lieden zich laten overhalen om van den protestantschen bedienaar het Doopsel te ontvangen; maar zij beleden noch protestantschen noch roomschen godsdienst, om deze afdoende reden, dat men hun niets geleerd had. Ik heb de drie oudsten de plechtige afzwering laten doen, in tegenwoordigheid der ouders en van eenige anderen. De ouders zelven zal ik doopen, zoodra zij het noodige godsdienstonderricht hebben ontvangen.

Er was ter plaatse een protestantscli schoolmeester; maar hij heeft zijn ontslag genomen en de school zal voor goed opgeheven worden; zoodat wij weer verscheidene heidenkinderen bij ons zullen kunnen opnemen.

Wij bereiden tegen Paschen vier heidensche meisjes voor tot het Doopsel. Alsdan zullen al onze kinderen gedoopt zijn. Geloofd en gedankt zij God, en geprezen de H. Antonius.

De school doet alzoo stilletjes haar werk ter verbreiding van het Evangelie, en men mag hier wel zeggen; Ex ore infantium perfecisti laudem: Uit den mond der kinderen hebt Gij ü lof bereid.”

Kenden de goede Katholieken van Québec en de andere provinciën van Canada eens al het goed, dat door onze Indianen-scholen gesticht wordt, dan zouden zij, meen ik, nog meer ijver toonen om de missionarissen te ondersteunen.

Terwijl de protestanten eene massa kleederen en kleedingstoffen ontvangen, krijgen wij slechts zeer weinig. Laat ons hopen , bidden en werken !

Van uw Doorl. Hoogwaardigheid de nederige en toegenegen medebroeder in O. H. en zijne

Onbevlekte Moeder,

G. GahiJl, OM. v. M. OnbevJ.