Segretaria di Stato

Di Sua Santita

Dal Vaticano, 29 April 1909.

Monseigneur.

De H. Vader is zeer getroffen geweest door de eerbewijzen en wenschen, die hem bij gelegenheid van zijn Priesterjubilé zijn uitgedrukt door den Centralen Raad van het werk der H. Kindsheid en door U zelven, die sinds lange jaren er de uitmuntende en ijvervolle President van zijt.

De gevoelens van algeheele toegenegenheid voor de H. Kerk en haar verheven hoofd, waarvan uw gewaardeerd schrijven gansch doordrongen was, hebben het hart van den Opperpriester bijzonder verheugd; maar Zijne Heiligheid is vooral getroffen geweest door het geschenk, dat gij hem hebt aangeboden, namelijk de kostbare kasuifel, door de weezen van de H. Kindsheid in Sina geborduurd. Dit bewijs van kinderlijke liefde der arme Sineesche weesjes, die aan uw zoo uitmuntend werk het leven des lichaams en dat der ziel verschuldigd zijn, is aan den H. Vader aangenamer geweest dan de rijkste en kunstvolste, waarvoor overigens dit bewonderingswaardig ornament niet behoeft onder te doen wat aangaat de waarde der stof en de uitgelezen smaak der teekening.

De H. Vader zendt U ook van ganscher harte, met de beste wenschen voor den steeds toenemenden bloei van uw zoo schoon en noodzakelijk werk, zijn zeer toegenegen en zeer bijzonderen zegen aan U zelf Monseigneur, aan de leden van den generalen Raad des Genootschaps, aan al zijne leden en zijne beschermelingen, maar vooral aan de kunstige borduursters van dit heerlijk ornament.

Aanvaard, Monseigneur, de uitdrukking mijner toegenegen gevoelens in onzen Heer

Kardinaal Merry del Val.