De onverwachte onderdanigheid van het kind scheen Dubbele-Vreugde tot bedaren te brengen.

„Sta op, sprak zij, terwijl zij haar een schop gaf, en tot boete van uw misdrijf zult gij vandaag niets te eten krijgen.”

Kuen richtte zich op, streek over hare gekneusde armen en hernam haar werk. Zij was zoo bevreesd, dat zij het niet waagde een anderen bezem te vragen, ’s Anderendaags zag men haar vegen met den bezem die op haar rug was stuk geslagen.

Een buurvrouw die haar zag, begon te lachen en sprak :

„Wel kleine Kuen, ik bemerk dat gij uw bezemsteel hebt afgekort, scheen hij u te lang toe ?

Kuen antwoordde niet. De Sineesche vrouw vervolgde :

„Hebben mogelijk uwe schouders met den bezemsteel kennis gemaakt ?”

Kuen snikte zonder een woord te spreken. Op dat oogenblik verliet Dubbele-Vreugde, aan een furie gelijk, het huis.

„Ellendige slavin, ik zal u leeren, aan iedereen te verklappen, wat er in mijn huis omgaat. Dit keer zal u de straf niet met een bezemsteel worden gegeven.”

Zij wierp zich vervolgens op het kind, en, ondanks de opmerkingen der.buurvrouw, bond zij haar aan eene bank vast. Daarna nam zij eene slappe rotting en begon daarmede Kuen op wreedaardige wijze te ranselen. Tevergeefs trachten de toegesnelde buurvrouwen hare woede te bedaren. Dubbele-Vreugde, door de smartkreten der kleine slavin nog meer verhit, verdubbelde hare slagen.

Toen Kuen niet meer schreeuwde hield zij op.

„Zij is buiten kennis, sprak de buurvrouw, die onwillekeurig aanleiding tot dit drama gegeven had. Maken wij haar los.”

Dubbele-Vreugde liet de Chineesche vrouwen begaan, zij stond daar met de armen op de borst gekruist, eene uitdrukking van verkropte wreedheid stond op haar 'gelaat te