Drommels! m’n gekscheerderij viel op slechte aarde, en op mijne beurt moest ik de hand ballen tot ’n vuist ten teeken van verweer ....

Toen twee sjouwers om den hoek draaiden met een „Fragile ofte Breekbaar” I komende van Liisambo, de plaats waar onze kisten van Europa ontscheept worden.

Een „Breekbaar”! wat of dit zijn mag?

Zou t misschien ? ... kom nou : honderd francs pakt man toch in geen „Breekbaar”!

Vlug hamer en nijptang, haast U wat! Maar ik zei, dat ik m n droom zond in foto’s; ik zwijg dus stil, ziet zelf.

Een troepje jonge bengels komt al aanstonds toegesprongen, want nieuwsgierigheid is overal eene deugd en een gebrek van alle kinderen.

Lieve Hemel ! ’n kleine jongen (eerste Honderd Francs) n klein meisje (tweede Honderd Francs.)

De nieuwsgierige jonge bengels schreeuwen luid hunne verbazing uit, hetgeen tot gevolg heeft, dat een tweede en derde troepje komt aanstormen.

En de beide kleine „Honderd Francs” steken eindelijk d’r kroezige kopjes uit de kist.

Wat ’n lieve snoeperige kopjes ! Men kan wel zien dat het komt uit Europa.

Komt, kleine pierewieten, komt er maar uit ... Foei wa ben je onderweg vuil geworden . . . gauw naar de pomp.

Jij eerst, kleine jongen, voort, onder ’t stortbad.

En nu jij, kleine meid ...

Uit kiesheid ... (die is er wel geene in Congo, maar een brokje d’rvan zat in de kist) ... uit kiesheid hadden de overige kinderen zich teruggetrokken.

Maar heel even, want al gauw komt er weer een aangehuppeld en neemt de gereinigde en gekleede pierewieten bij de hand.

En een oogenblik later joelt en dartelt het jonge grut met het andere kleine goedje om mij heen.