en voor de Missionarissen die ze moeten vrij[koopen. En ‘dan die arme Chineesjes: hun lot is even verschrikkelijk als dat der zwartjes 1
Wekt hun aanzien treurige gedachten in ons op, die gedachten vergaan bij het verschijnen der Zusters en Paters. Dezen toch vertellen ons, hoe zooveel mogelijk de smart wordt gelenigd van die ongelukkigen, hoe de arme heidenen goede christenen worden.
De Paters-missionarissen zitten te paard. Wat zijn ze trotsch op hun toog en op hun baard I Misschiert is er meer dan een bij, die den toog dien hij slechts heden draagt, voor goed wil aanhouden, den aangehechten baard afdoen, en zijn eigen, waren baard laten groeien ; als een echte missionaris paardrijden in het vreemde land, bij de negertjes van Afrika zijn en huri spreken van Onzen Lieven Heer, die de kinderen zóó liefheeft, dat Hij ze, al zijn ze ook nog heel klein, met zijn eigen Lichaam wil spijzigen.
Daar komt eindelijk de groote praalwagen. Hij stelt eene kapel voor. Voorop twee Zwitsers, zooals die welke de wacht houden in het Vaticaan. Aan beide kanten zitten de kinderen, die het geluk hebben, reeds zoo vroeg de H. Communie mogen te ontvangen. Vóór het altaar, tusschen een groep kardinalen, staat de Paus. Zijn wit gewaad, zijne driekroon, geven hem een eerbiedwaardig voorkomen. Hij toont de H. Hostie, stralend boven het altaar, aan de kleinen die voor hem zitten. Men denkt onwillekeurig aan den dag, waarop de Heiland de kinderen die men van Hem wilde verwijderen, tot zich riep....
De optocht is spoedig voorbijgegaan, doch de toeschouwers zullen nog lang den indruk bewaren. Laten we God danken, dat het kind weder nadert tot de H. Tafel: zoovele genaden spruiten daaruit voort. Het kind vindt in de H. Communie kracht tegen al wat het van den rechten weg kan afbrengen. Vóór den strijd wordt het reeds gesterkt. Dat de H. Kindsheid zich verheuge: Zij zal het kind