Die foto hangt in de hut van onzen Dadabé en die zou ie voor geen geld willen missen. Vaak staat ie er voor, om zich nog ’ns te bekijken, hoe ie er uit zag op z’n gelukkigen eerste=communiedag en dan ligt er ’n glimlach van genoegen op z’n donker gezicht. Want Dadabé is gelukkig, door en door gelukkig.

Maar hij weet ook, aan wie hij dat geluk voor ’n groot deel te danken heeft. Geen dag gaat er voorbij, of hij bidt voor de groote en kleine weldoeners der fd. Kindsheid, die zooveel goed doen in de missie.

O, kinderen, ’k wou dat jullie ’ns konden overkomen, om kennis te maken met ons wonder klaverblad. Je zou stellig naar Europa teruggaan met ’t vaste voornemen, om nog meer offertjes te brengen, te bidden en je te versterven voor ’t werk van de missie. Misschien ging je nog verder en vroeg je eiken dag aan O. L. Heer, dat Hij je uit zou kiezen, om eens ons heerlijk werk te mogen deelen.

Soeur Marie.

Zelatricen van ’t Genootschap der H. Kindsheid te Berkel bij Tilburg.