de pastoors van Semarang (waaronder de President van het Weeshuis, pastoor F. J. Hoevenaars) en het Bestuur van het Weeshuis: de secretaris, de heer Th. de Goeij, de penningmeester, pastoor A. M. A. Fischer, en de leden, de heeren L. F. J. M. Sauter en A. H. Kloppenburg.

Even vijf uur waren allen, dames en heeren, in de feestzaal vereenigd: de geheele groote ruimte werd door de genoodigden (ook Dominee Brink was aanwezig) ingenomen en bezijden zaten de leerlingen.

Rede-Abdon

Allereerst trad nu een oud-pupil van het Weeshuis, de heer D. Abdon van Semarang, naar voren op het podium. Heden wordt het nieuwe Weefehuis feestelijk ingewijd, zeide spr., en hij achtte zich gelukkig hier te mogen spreken in naam van alle tegenwoordige en vroegere jongens van het Weeshuis. De laatsten zouden hier zoo gaarne getuigenis afgelegd hebben van het feit, dat hier de bakermat was van hun zelfstandig bestaan. Spr. bracht hulde en dank aan Monseigneur, daar hij hier heeft willen komen bij de opening van een van de soliedste inrichtingen van onderwijs en liefdadigheid. Spr. bracht voorts dank aan den voortreffelijken President, pastoor Hoevenaars, die jarenlang aan dit werk zijn arbeid gegeven heeft en wien tegenspoeden tot energie prikkelden. Tal van jongelieden vervolgde spreker —, verlieten de inrichting, toegerust met waren godsdienstzin en hechte deugd, toegerust met degelijke kennis, die vooral in den tegenwoordigen tijd «macht» is en die bij velen door een diploma schitterend bekroond werd; in één woord klaar voor ’t leven, klaar voor de vervulling van een roeping. En de hechte band, die de pupillen met het Gesticht verbindt, wordt niet verbroken na het verlaten van de inrichting: de President en zijn voorgangers bleven en zullen blijven de trouwe raadslieden van hunne jongens, die helpen in nood, die opheffen en bemoedigen in dagen van neerslachtigheid, die troosten in smart en rouw.

Het ruim, warm kloppend hart van den President blijft door een heilige vriendschap één met al de oud-leerlingen, die bij