niet kon met de leerlingen van Flores. U begrijpt wat er yan het onderwijs terecht kwam!

Ondertusschen zochten .wij naar middelen om den vijand uit het gebouw te verdrijven. Als middel werd ons o. a. aangeraden, en wel van zeer bevoegde zijde, het dak van het gebouw te verwijderen, en zon en regen als ontsmetters in dienst te stellen. Geen kleinigheidje, zooals U ziet! Ik raadpleegde op Java! Ook vandaar weinig hoop. ’t Antwoord luidde: ’t Is van algemeene bekendheid, dat de kiemen der beri-beriziekte bijna niet uit de gebouwen te verwijderen zijn. Ziedaar onze toestand!

Het dak verwijderen zou ons op ontzettende kosten gejaagd hebben, en het succes was nog zeer twijfelachtig. Op menschelijke hulp behoefden wij niet te hopen! En wat zou de toekomst zijn, als er geen hulp kwam? Ik besloot mijn hoop alleen op O. L. Heer te stellen, en vroeg den 7den Juli 1918 Zuster Theresia van het Kindje Jezus om hare bemiddeling bij het Goddelijk Hart.

En nu kan ik kort zijn: Van af het oogenblik dat ik mijn belofte deed, is de ziekte zonder meer spoorloos uit onze school verdwenen, en sedert den 7den Juli 1918 heeft zich geen enkel geval van beri-beri meer voorgedaan.

Hiermede meen ik mijne belofte vervuld te hebben. Dank en eere aan het Goddelijk Hart, waarop de kleine Theresia zooveel vermag!

A. P. E. van VELSEN,

Directeur van de R. K. Kweekschool.

.Woloan, 15 Augustus 1919.