van hun voorvaderen te breken, en hart en g*est te buigen voor de nieuwe leer.

Pater de Smet had het ook wel eens anders gekend. Maar de geest Gods blaast waar Hij wil. Hier waren menschen, die niet door boos opzet, pervers tegen beter weten in, waren slecht geworden, maar die door onkunde zoo laag gezonken waren; 'afgedwaald waren zij, en verhongerd, omdat er niemand was, om hun het brood te breken. Toen deze dan ook kwam, toen daalde ook neer de genade en de verlichting van boven, en hun woeste harten werden week; zij voelden de warmte, de vrede en vreugde van het ware christelijke geloof. Toen zij maar eenmaal Jezus in al zijn liefde hadden leeren kennen, en maar even iets hadden begrepen van die onmetelijk-diepe liefde in dat god,- 4elijk Hart, toen riepen zij uit met Paulus: „Heer, wat wilt Gij, dat ik doen zal”.

flater de Smet voelde dien dag eens te meer het zalige geluk: missionaris te zijn, doch hij treurde ook bij de vergelijking met het Europa van die dagen.

„Wanneer ik denk,” zoo schrijft hij, „aan de verwachtingen, die de stammen van het westen en noorden der Vereenigde Staten mij geven, dan moet ik wel de goedheid en barmhartigheid van mijn Verlosser zegenen, maar tegelijk ook beven, als ik denk hoe schrikkelijk de oordeelen zijn zijner gerechtigheid. Terwijl Europa geschokt is door het voortdurend' werk van een verfijnde, wetenschappelijke boosheid, en slechts nog zijn kracht schijnt te bewaren, om het goddelijk juk af te schudden, dat het bloed van Jezus Christus zoo zoet en zoo licht heeft gemaakt, heft de misdeelde woestijn-bewoner zijn smeekende handen ten hemel, en vraagt, in allen eenvoud des harten, het ware geloof te mogen kennen, en -geleid te worden op de paden, die leiden naar het ware geluk.. Terwijl in het centrum zelf van het Katholicisme de dienaren des Heeren verdrukt worden en moeten onderdoen, bereidt de goddelijke Voorzienigheid hun in zijn ondoorgrondelijke raadsbesluiten als werkterrein de uitgestrekte woestijnen van een ver-verwijderd werelddeel. Misschien zal de goddelijke Meester daar zijn heilige tent gaan bouwen, en zal Hij zich daar nieuwe aanbidders kiezen, wier eenvoudige harten slechts tonen van dankbaarheid zullen laten klinken.” i

Ja, dat was een terrein, nu nog vvoesl en vol onkruid, maar dat slechts wachtte op een edelmoedige en liefderijke hand, om