gen, die hij in den omgang met de blanken heeft opgedaan, van de beschaving de allerslechtste opvatting heeft.“

Een zelfde klaag- en jammerlied uit onze Koloniën, nog heden ten dage.

Wat daar is gebeurd in vervlogen eeuwen: bloeiende Katholieke Christenheden, als die te Malacca, Amboina en Ternate door onze „Oost Indische Companie“ gemaakt tot een puinhoop, wat daar voor het Christendom bedorven werd, en nog wordt, door duistere machinaties, wat daar ooit onwelwillends door sommige diagers van het gezag geschiedde, met name tegen het Katholicisme, zullen we laten voor hetgeen het is: een allertreurigst feit, dikwijls genoeg, tot prikkel van den ijver, naar voren gebracht.

Ook maakt dit niet zoozeer het punt van overeenkomst uit tusschen de grieven uit Spanjes en Portugals Koloniën in vroeger tijden, en die uit onze bezittingen heden ten dage. Het groote punt van overeenkomst is het slechte voorbeeld van vele Europeanen.

Luistert, leden van den Sint-Claverbond, naar hetgeen ons uit Djokja werd gemeld:

„Het lust mij heden eens de doopceel te lichten van het moderne Djokja: '

Djokja staat op Java bekend als een Monte Carlo, een echt speelhol. Het geheele jaar door wordt daar gedobbeld, vooral echter gedurende de race-dagen, die, sinds korten tijd, tweemaal in het jaar gehouden worden. Den meestgeschikten tijd voor deze races en dobbeldagen acht de Djokjasche „beau monde“ de laatste dagen der Goede Week en den eersten Paaschdag!

Op Witten Donderdag begint dat onzalig gedoe; dan is er in de zoogenaamde „Soos“ volop muziek en pret. Op Goeden Vrijdagmorgen beginnen de eigenlijke races. De helft van dien dag wordt door de suiker- en tabakslords op de tribunes van het race-terrein doorgebracht, en na afloop ziet men hen zich haasten naar de tafeltjes, alwaar de rest van den dag en een groot deel van den nacht in hasard- en dobbelspel het goede geld wordt stuk geslagen. Drie of vier zouden daar dit jaar hun geheele fortuin verloren hebben. Ook kleine ambtenaartjes, zelfs dames doen aan dit verheven vermaak mee.“