Gaarne zou ze duizend leden méér uitzenden over de wijde wereld der heidenen.

En al mogen op den duur inlandsche priesters de opengevallen plaatsen aanvullen, zoo de missie bloeit, breidt de missie zich uit en vordert altijd nieuwe krachten op nieuwe punten. Voorloopig is het dus noodzakelijk, dat het tekort aan missionarissen blijft bestaan, maar tevens, dat vele jonge Westerlingen zich blijven aanbieden voor de hooge en edele taak der geloofsverkondiging.

De Jezuïeten en de missionaris-roeping

Het is wellicht in verband hiermede nuttig, in het kort de practische vraag te beantwoorden, hoe de Jezuïetenorde staat tegenover degenen, die zich voor Haar lidmaatschap opgeven, doch met het speciaal uitgedrukte verlangen of zelfs onder de bijzondere voorwaarde naar de missies te mogen vertrekken.

Volgens Haar geest en Constituties is de Sociëteit bestemd om het zielenheil te behartigen, zoowel van geloovigen als van ongeloovigen. Wie zich dus onder Hare vanen schaart, zal van dien geest doordrongen moeten zijn, en in beginsel de bereidvaardigheid moeten bezitten, daarheen te gaan, waar hij gezonden wordt, hetzij onder geloovigen of heidenen. Van den anderen kant is de Sociëteit krachtens Haar wezen een Missieorde. Er zullen zich bijgevolg verschillenden bij Haar aanbieden, in wie onder den invloed van den H. Geest een waarachtige en speciale roeping tot de heidenmissies gerijpt is. Hiervan diep overtuigd, zullen zij de Sociëteit willen intreden, op voorwaarde van aan hun bijzondere roeping te mogen voldoen. Dan zal de Sociëteit aan dezulken de stellige verzekering geven, dat zij, wanneer de noodige geschiktheid voor de missies blijkt en er geen zware en gewichtige redenen tegen zijn, voor het werk onder de heidenen zullen worden opgeleid en naar de missie zullen gaan. Slechts iemand, die als absolute voorwaarde (conditio sine qua non) zou stellen, missionaris te moeten worden, zou niet zonder meer kunnen aangenomen worden, omdat er verschillende ernstige redenen kunnen zijn, volgens welke de Sociëteit oordeelt, dat het beter is, dat zoo iemand niet gaat.

In het algemeen kunnen echter allen, die met een roeping