Nemen we Europeanen en Inlanders afzonderlijk dan blijkt het percentage der aan malaria (primaire en recidief) ziek geworden personen te bedragen:

Op het Wachtschip Bij den Torpedodienst primair: recidief: primair: recidief: Europeanen 4'/3 °/0 l'/4 °/o 25 % 20'/4 °/0 Inlanders 4'/4 % 12'/6 % 25 % 19'/3 %

van de gemiddelde sterkte.

Bij den Torpedodienst hebben we dus een belangrijk grooter ziektecijfer dan op het Wachtschip, ook bij de Inlanders. Waaraan moet dit worden toegeschreven?

Vooral bij de Europeesche schepelingen springt het verschil op Wachtschip en Torpedodienst duidelijk in het oog. Voor de Inlanders zijn echter de omstandigheden op Wachtschip en Torpedodienst meer gelijk. Des avonds gaan allen, passagier zijnde, naar hun kampong en vertoeven daar gedurende den nacht. Ook de Europeesche schepelingen verkeeren, wanneer ze in hun vrijen tijd aan den wal vertoeven, onder gelijke omstandigheden. Des nachts echter gaan zij, die op het Wachtschip thuis hooren, naar boord, van den Torpedodienst naar de loods op het Marine Etablissement, m. a. w. blijven dus aan den wal en hierin moet m. i. zoowel voor Europeanen als Inlanders de reden gelegen zijn van het groote verschil, wat bij de Inlanders Qtn de reeds bovengenoemde oorzaak echter minder is dan bij de Europeanen. We zien verder, dat er ook zeer weinig verschil is tusschen Europeanen en Inlanders bij den Torpedodienst, wat betreft het aantal aan malaria ziek geworden. Op het Wachtschip is dit veel grooter.

Aan boord van het Wachtschip toch is de kans om met malaria geinfecteerd te worden uiterst gering. Immers blijkt ook dat van hen, die aan boord van het Wachtschip dienende, geinfecteerd zijn, een groot aantal geregeld aan den wal sliep, de anderen dikwijls gedurende den nacht in de een of andere kampong vertoefden.