peritoneaal geënte dieren dood. Bij de sectie der overleden dieren bleek de milt matig vergroot en donkerrood van kleur te zijn, terwijl aan het peritoneum, zoowel viscerale als parietale, weinig verandering kon worden waargenomen.

In het slechts in geringe hoeveelheid aanwezige peritoneaal-vocht waren leucocyten aanwezig, volgepropt met zich slecht kleurende dipiococcen. Uit de miltpulpa en uit het hartebloed werden micro-organismen gekweekt van volkomen gelijke eigenschappen als die waarmede de proefdieren waren ingeënt.

Door deze waarneming is voor goed het voorkomen der meningitis cerebro-spinalis epidemica in deze gewesten bewezen.

Dr. J. de HAAN.