eieren met lateralen doorn hadden, dê opening van de schaalklieren niet mediaan, maar lateraal in de oötype mondde. Verder meent Sambon nog bij de mannetjes verschillen waar te nemen in vorm, grootte en in de plaatsing van de huidknobbels. Looss vindt dit alles zeer onvoldoende (Sambon onderzocht slecht geconserveerde exemplaren.) Alleen dan zou Sambon's theorie een grooten steun vinden als het gelukte wijfjes te vinden, die in den canalis gynaecophorus van mannetjes opgesloten in de venen van liet rectum of van den dikken darm werden gevonden en als men dan bovendien nog in den uterus dezer dieren uitsluitend eieren met lateraal geplaatsten doorn vond. Merkwaardig genoeg brengt Looss zelf dit bewijs door te vermelden, dat het hem lukte eieren met lateraal geplaatsten doorn te vinden in den uterus van wijfjes, die gevonden werden in den canalis gynaecophorus van mannetjes op ± 7 cM. afstand van den anus in een der venae haemorrhoidales. Toch voert Looss in hetzelfde werk een reeks van theorieën en hypothesen aan, 0111 te verklaren, waarom de eieren met llateralen doorn steeds in de faeces en nooit in de urine gevonden worden.

Bij een studie van de literatuur blijkt ons, dat alle auteurs, die hunne onderzoekingen in Amerika verrichtten, het «r over eens zijn, dat men steeds eieren met lateraal geplaatsten doorn en uitsluitend deze vindt. Nooit trof een dezer onderzoekers de eieren in de urine, maar steeds in de faeces aan en bij geen hunner patienten kwam het ooit tot blaasstoornissen. Froés Joao ') vond in Baliia steeds eieren met lateralen doorn en beschouwt ze als te beliooren tot Sch. Mansoni. Hetzelfde is ook het geval met Da Silva 2),

x) Froés, Joao, A. G., Schistomose rectal na Bahia. Brazil Medico '08, No. 38.

3) Da Silva, Piraja, Contribution to the study of Schistosomum in Bahia. Brazil. Journal of tropical Medicine and Hygiene, l.VI. '09.