fig. 14. In complete tweedeeling zijnde vrije macrogameet; de linksche dochterparasiet voorzien van twee lange, weinig chromatine bevattende geesels, waarvan de onderste begint ineenknopvormig chromatinestukje in de parasiet.

„ 15. Eene vrije, korte geesel dragende macrogameet aanliggende tegen eene vrije microgametocyt.

„ 16. Zeer jonge, vrouwelijke, vrije tertiaanparasiet in den vorm van een sikkelkiem.

„ 17, 18 & 19. Drie typen van geesel dragende, vrije, vrouwelijke tertiaanparasieten met kringvormig geplaatste chromatinekorrels rondom eene vacuole; de geesels dragen geen chromatine.

„ 20 & 21. Twee typen van lange geesel dragende (soms tot 40 /x), vrije, vrouwelijke tertiaanparasieten, waarvan de geesels uitsluitend uit chromatine-substantie bestaan, No. 20 heeft nog duidelijk het karakter van eene macrogameet.

„ 22. Vrije in transformatie zijnde macrogameet, met vorming van twee vacuolen doch nog zonder geesel; anders veel gelijkende

op fig. 20.

„ 23. Vrije microgameet, bevat zeer veel verspreide chromatine en zeer weinig, nauwelijks zichtbaar blauw gekleurd protoplasma.

„ 24. Microgametocyt in eene gigantocyt.

„ 25. Dubbelinfectie eener gigantocyt; microgametocyt naast eene macrogameet.

„ 26. Dubbelinfectie eener gigantocyt; in parthenogenetische deeling verkeerende macrogameet naast eene nog ongedeelde macrogameet.

„ 27. Tertiaan-deelingsvorm gelegen centraal in eene reusachtige gigantocyt (17X18 ju).

„ 28. Tertiaan-deelingsvorm uit eene gigantocyt tredende.

„ 29. Jonge tertiaanparasiet voorzien van eene chromatinegeesel en ingedrongen in eene chromocyt, die reeds duidelijk de gevolgen daarvan ondervindt: Schüffner'sche stippeling en reeds beginnende vacuolevorming als overgang tot gigantocyt.

Batavia, 29 December 1911.