in behandeling gekomen, gaven klinisch het volkomen beeld Van eene puerperale endometritis. Behalve een etterige, niet foetide riekende lochiaalsecretie en een lichte uterus-atonie, waren er noch aan het genitaalapparaat noch aan eenig ander orgaan afwijkingen te constateeren.

Dat de koorts alleen afhankelijk was van de plaatselijke aandoening van het endometrium bewijst zeker wel het gelijken tred houden van de temperatuursverhooging met de hoeveelheid secretum. De koorts had in het eene geval een min of meer intermitteerend karakter, was in het anderê geval meer remitteerend. In het eerste geval trad eene koude rilling op. Beide patienten genazen spoedig na plaatselijke en algemeene behandeling.

Dat de algemeene toestand bij de pyaemie langen tijd bevredigend kan blijven bewijzen de beide ziektegevallen, waarvan curven XIII en XIV een beeld trachten te geven. Beide patienten verdroegen de met overvloedige transpiratie eindigende koortsaanvallen vrij wel; er bestond euphorie, terwijl de verschijnselen, zooals die zijn aangeteekend, onmiskenbaar op een pyaemisch proces wezen. Jammer dat de porte d'entrée werderom niet was na te gaan; herhaaldelijk voorzichtig bimanueel onderzoek gaf geen enkele afwijking te constateeren ; ook het bloedonderzoek, herhaaldelijk verricht, was nergatief op malaria, terwijl de urine vrij bleef van eiwit; alleen was het S. Q. bijzonder hoog (dikwijls 1030).

Beide patienten genazen onder eene algemeene behandëling.

Dat de septichaemie een geheel ander beeld geeft, bewijst curve XV. Patiente maakte bij hare binnenkomst, den Hen dag na hare bevalling, direct den indruk van een zwaar zieke. Noch bimanueel noch ad oculos waren aan het genitaalapparaat afwijkingen te constateeren; alleen bleven de lochiën langen tijd sanguinolent; voor eene ontsteking van het endometrium waren evenwel geene aanwijzingen. Ook de geaardheid van den pols wees op eene echte bacteriaemie, terwijl het eiwitgehalte der urine tusschen 1 /40/oo en 7 4%0