„klinkt, omdat men den indruk krijgt, dat hier met studiemateriaal proefmateriaal bedoeld wordt, wat niet liet geval is, „en nooit mag zijn. De ervaring heeft jarenlang geleerd, „dat zeker soort groote goedhartigheid zóó onmenschlievend „is en tot zulke verschrikkelijke toestanden leidt, dat men „eindelijk tot de conclusie komt, dat een andere wegmoet „worden ingeslagen. Men mag niet doen als de generaal, „die op zeker oogenblik een geheele legerafdeeling kan „redden maar er tegen opziet, er zijn adjudant en vriend „heen te zenden 0111 de afdeeling te waarschuwen, dat zij in „den val zal loopen. Hij mocht niet ten bate van zijn „adjudant de geheele legerafdeeling opofferen. Zoo mag „men ook niet een geheel volk wagen ten bate van enkele „zieken, die men ziet. Ik werd eens gestuurd om de morbiditeit 11a te gaan van kampongs in het district Goeboeg, „waar aan een dijk moest worden gewerkt doch de meeste „werkbare mannen wegens ziekte niet in heerendienst uit„kwamen. Bij onderzoek bleek het meerendeel der menschen „in den kampong ziek te liggen aan malaria. Moet dan het „geld worden uitgegeven 0111 de lieden, die we met beenwonden zien rondloopen, te gaan behandelen ten nadeele van „die veel grootere massa werkbaren, waarvan we meest niet „weten hoezeer ze lijden en die nu, omdat er geen geld „over is, aan hun lot worden overgelaten, terwijl er andere „wegen open staan om hen te helpen ? Dit is ontnenschelijk. „Neen, deze schijnbare hardheid is inderdaad welbegrepen „menschlievendheid, en veel meer in het belang der bevolking!"

Inderdaad, het kan niet duidelijk genoeg worden gezegd: Onze Dienst heeft een hoogere roeping te vervullen dan het uitreiken van palliatieven aan een toevallig aantal individuen met in het oog loopen de kwalen.

Welken weg zal de Geneeskundige Dienst hebben in te slaan om aan deze hoogere roeping te kunnen voldoen?