Wij weten, dat de voornaamste weg, waarlangs zij nieuwe slachtoffers benaderen, de huid is. Door de openingen van zweet- en smeerklieren dringen zij gemakkelijk in het onderhuidsch bindweefsel. Overal waar faeces achteloos verspreid worden, in zoo goed als alfe kampongs dus, bestaat zoodoende overvloedige gelegenheid zich te infecteeren. Er behoeven onder de bevolking slechts enkele wormdragers te zijn, wier eiëren-houdende faeces den kamponggrond verontreinigen, om bij het blootsvoets begaan van dien bodem een infectie met ankylostomumlarven mogelijk te maken. Van het onderhuidsch weefsel komen de larven in de bloed- en lymphvaten, en hiermee gaan zij naar de longen. In de longen verlaten zij de haarvaten, dringen de alveoli binnen en worden van daar langs de luchtwegen naar den slokdarm gevoerd, van waar zij de maag bereiken. Het omhulsel wordt hier opgelost, en uit de larven ontstaan nieuwe wurmen, wier eieren de buitenwereld opnieuw besmetten.

De tweede infectieweg leidt niet langs de huid maar onmiddellijk door mond en slokdarm naar de maag. Met het drinkwater en met voedsel, dat met verontreinigde handen of voorwerpen is aangeraakt, kan zoodoende besmetting van nieuwe individuen plaats grijpen.

Zooals gezegd, hebben de eiëren veel lucht noodig. Zonder lucht sterven zij snel. Faeces, die eenigen tijd buiten aanraking met de lucht hebben gestaan, bevatten geen levende eiëren meer en zijn voor de verdere verspreiding der ziekte ongevaarlijk geworden. ') Hetgeen vermeden moet worden is dus de verontreiniging van den bodem met versche faeces van wormdragers, en het vraagstuk der

l) Ook voor de verspreiding van bacteriëele ziekten, die hun aangrijpingspunt in de ingewanden hebben, leveren versche faeces het grootste gevaar op.

Van pathogene bacteriën is mij alleen van den typhusbacil bekend, dat hij aanmerkelijk langer dan een week in rottende faeces virulent kan blijven.