met verschijnselen van cli o I era in lié't zi e ken h u i s wordt opgenomen, hier een typisch en chol eraaanval doormaakt en in het stadium algidum sterft. Uit de ontlasting, die typisch is voor cholera, worden doordirektuitstrijkenopDieudonnéplaten vibrionen verkregen, die zich met absolute zekerheid van de echte choleravib r i o n e 11 laten scheiden.

Mijne waarneming staat nu niet alleen. In de' literatuur, die ik hierover nasloeg, vond ik het volgende:

Orticoni ') onderzocht 1500 maal de ontlasting van cholerapatienten en van choleraverdacliten. 3 maal gelukte het hem om een speciale vibrio te isoleeren, pathogeen voor de cavia, maar die zich van de ware clioleravibrioiien onderscheidde door het gemis der agglutinatie en het verschijnsel van Pfeiffer.

Alle 3 stammen had Orticoni geïsoleerd van patienten, die onder klinisch duidelijke verschijnselen van een ziekte, die met cholera overeenkwam, succombeerden.

Orticoni Iaat 3 mogelijkheden toe, die omdat zij ook voor mijn geval zouden kunnen gelden, hier kort worden vermeld.

a. De vibrionen zijn clioleravibrioiien, die enkele harer eigenschappen verloren hebben.

b. De echte vibrionen werden niet geïsoleerd, maar een toevallige cholera-achtige vibrio. Orticoni acht deze mogelijkheid het minst waarschijnlijk, omdat D. Goeré, die tegelijk met Orticoni van denzelfden patiënt de ontlasting onderzocht, eveneens een vibrio isoleerde, die dezelfde eigenschappen vertoonde als de door Orticoni geïsoleerde microbe, terwijl clioleravibrioiien niet gevonden werden.

c. De vibrionen zijn zgn. paracholeravibrionen.

') Comptes rendus hebdom. de la société de biologie 1911 p 627629.