De patiente was in betrekkelijk korten tijd genezen en werd na een verblijf van ongeveer 2'/2 week uit liet hospitaal ontslagen. Kort voor het vertrek, ± 14 dagen na het begin van de ziekte, werd wat bloed afgenomen om na te gaan of het serum van de patiente agglutineerende eigenschappen had verkregen ten opzichte van de alkaligenesbacillen.

Dit bleek inderdaad het geval te zijn; het serum agglutineerde een 24 uur oude agarkultuur mikroskopisch nog tot in een verdunning van 1:800. Agglutinatie op cholera negatief.

Ruim een maand na de ziekte was ik nogmaals in de gelegenheid het bloed van patiente op zijn agglutineerend vermogen te onderzoeken. Met het oog op een nader onderzoek van het serum, ook wat zijn eigenschappen tegenover typhusbacillen betrof, werd een venapunctie gedaan, om een grootere hoeveelheid bloed te kunnen krijgen.

De bacillus faecalis alkaligenes is nl. een micro-organisme, dat in zijn kuituureigenschappen in vele opzichten gelijkt op den typhusbacil en herhaalde malen naast dezen bacil en zelfs zonder deze in overwegende hoeveelheid in de ontlasting van typhuslijders is aangetroffen. Enkele onderzoekers hebben zelfs gemeend te kunnen aantoonen, dat echte alkaligenesbacillen onder bepaalde omstandigheden zouden veranderen in bacteriën, die noch serologisch, noch in de kuituur zijn te onderscheiden van typhusbacillen.

Altschüller deelde in 1904 mede, dat liet hem gelukt was een kuituur van bacillus faecalis alkaligenes, die hij uit de milt van een typhuslijder had gekweekt, zoo te veranderen, dat ze niet meer van die van typhusbacillen was te onderscheiden, terwijl hij ook omgekeerd typhusbacillen zoodanig kon wijzigen, dat ze ten slotte geen verschilpunten meer vertoonden met alkaligenesbacteriën.

Ook Doebert, die deze waarneming wilde contröleeren, is het gelukt uit een alkaligenesstam door intraperitoneale enting bij marmotten bacillen te verkrijgen, die zoowel wat