,e zullen sterven. Zij riep om hulp en een oogenblik iaarna viel zij in zwijm. Men vond haar bleek als een loode zonder beweging liggen. Toen Dr. Lesselliers ter mlp snelde was zij weder bijgekomen, had neiging ,ot braken , die door brakingen gevolgd werd, drang ;ot stoelgang, maar vooral tot urineren. Na het gebruik van thee en veel water hielden de onrustbarenie verschijnsels op, den volgenden dag openbaarden zich hoofdpijn, dorst en afmatting , den derden dag was de vrouw geheel genezen.

Dr. Lesselliers meent, dat de quillajabast een uitmuntend diureticum is. Hij heeft hem bij hydropisohe zieken beproefd , doch wegens den walgelijken smaak de aanwending niet kunnen voortzetten. Deze kon echter door verzoetende middelen verbeterd worden. Extractum carnis. Volgens de Beijersche Pbarmaoopoea worden 5 kilo mager en van beenderen bevrijd rundvleesch klein gemaakt, de grof brijachtige massa ineen goed vertinden ketel met de dubbele hoeveelheid water overgoten, in het dampbad onder gedurig omroeren een uur lang verwarmd en vervolgens, nadat al het eiwit gecoaguleerd is , gecoleerd en uitgeperst. Het oveiblijvende wordt op nieuw met eene gelijke hoeveelheid heet water aangemengd en weder uitgeperst, de vermengde vloeistoffen tot op ij kilo ingedampt en ter bekoeling weggezet. Het vet, dat op de oppervlakte drijft, wordt door coleren verwijderd en de heldere vloeistof in het dampbad onder gedurig omroeren tot extractdikte verdampt. Van o kilo vleesch krijgt men omstreeks 6 med. oneen extract. De Britsche Pharmacopoea laat het vleesch met de dubbele hoeveelheid koud water opzetten, dan langzaam kosen en aan het eind van het koken gedurende 1 tot 3 minuten sterker verhitten , vervolgens tusschen linnen uitdrukken en indampen. 33 Oneen vleesch geven op deze wijze 1 once extract, waaraan door uijen of gebrande suiker eene bruine kleur wordt gegeven. Het gebruik van het vleeschextract niet alleen als ver – sterkingsmiddel, vooral in hospitalen, maar ook voor dagelijksche behoefte, is in die mate toegenomen, dat inde hofapotheek te Munchen volgens bovenstaand voorschrift der Beijersche Pharmao. jaarlijks 3500 kilo rundvleesch voor dit doel worden bewerkt. Ben kilo bevat de oplosbare bestanddeelen van 30 kilo vleesch of liever van 40 kilo, indien men de beenderen mederekent, die door de vleeschhouwers worden bijgevoegd. In Uruguay, in Z.-Amerika, alwaar honderdduizende buffels en schapen tot het verkrijgen der huiden en vellen geslagt worden, terwijl het vleesch grootendeels onverbruikt blijft, is door Giebert, een Hamburger, een etablissement opgerigt, om op dergelijke wijze het extractum carnis (geheel vrij van vet) fabriekmatig te bereiden. Hij denkt per maand 3500 tot 3000 kilo extract naar Munchen te kunnen zenden, alwaar Prof. Liebig en Prof. Pettenkoffer beloofd hebben van elke bezending eene proef te zullen analyseren, ’ om de echtheid te waarborgen, Prof. Liebig heeft zijne toestemming gegeven, om hetpraeparaat naar hem te noemen , onder voorwaarde dat het vol-

strekt geen vet bevat (om het rans worden te voorkomen) en ook geene overmaat van lijmzelfstandigheid (om de schimmel te verhoeden), en dat het voor L van den tegenwoordigen prijs in Europa inden handel wordt gebragt. Bij de bereiding van spiritus formicarum heeft Pelz opgemerkt , dat zich in hetgeen er na de destillatie van den spiritus formicarum terugblijft nog eene tamelijk groote hoeveelheid mierenzuur bevindt. Toen hij het overblijfsel vaneen destillaat van wijngeest met 5 kilo versche mieren nogmaals aan eene destillatie met waterdamp onderwierp , kon hij nog 5 oneen mierenzuur van 1,080 spec. gew. verkrijgen. Hij meent, dat men bij de bereiding van den spiritus formicarum op deze wijze moet te werk gaan en het nieuw verkregen mierenzuur bij het alkoholisch destillaat voegen, of wel dat men het alkoholisch destillaat nogmaals over eene gelijke hoeveelheid versche mieren overhaalt. Misschien, zegt hij, herkreeg dan de spiritus formicarum zijn ouden roem, omdat de aldus vervaardigde grooter werkzaamheid vertoont dan die volgens de tegenwoordige bereiding verkregen wordt. Vrijwillige ontleding eener oplossing van azijnzuur morphine. Eene oplossing van drie grein azijnzuur morphine in twee drachmen water vertoonde , na 14 dagen bewaard te zijn, een aantal naaldvormige kristallen omstreeks 7 strepen lang, die bij onderzoek bleken zuiver morphine te zijn en gemakkelijk weder in azijnzuur oplosbaar waren. Het azijnzuur der oplossing was verdwenen en had gediend tot voeding eener schimmelsoort, die de oppervlakte der vloeistof bedekte. Verscheidenheden. Dr. X. Landerer deelt de volgende bijzonderheden mede omtrent het aanplanten van rozen in het Oosten. Uitgestrekte streken lands inden omtrek van Adrianopel en in vele andere gedeelten van het Turksohe keizerrijk zijn rozentuinen, met muren omgeven. Een huisje met een wachter , die voor de begieting der planten zorgdraagt, wordt in hun midden gevonden. Deze wachter bezorgt den verkoop der rozen of ook de destillatie , om het in het Oosten zoo geliefde rozenwater, Ehodóstamnos, in het Turksoh Giul Su genaamd, en de rozenolie, Giul Jagh, van Giul, roos, en Jagh, olie, te bereiden. De rozenstruiken worden door stekken vermeerderd, in rijen geplaatst, terwijl voor het uitroeljen der schadelijke planten zorg wordt gedragen. Vóór het openen der rozen begint de inzameling der knoppen en wel hetzij des morgens vóór den opgang of des avonds na den ondergang der zon. In eenige gedeelten van het Oosten, alwaar zich de lieden met de bereiding der rozenolie bezig houden, worden de knoppen in groote korven bewaard, met zout bestrooid en daarmede ingezouten , totdat zij gebruikt worden. Deze ingezouten rozen worden alsdan gebragt in vrij onvolkomene destillatietoestellen, die niet eens met koelapparaten voorzien zijn , met water overgoten en aan de destillatie onderworpen. Dit rozenwater, met Giul Jaijh (rozenolie) bezwangerd, wordt aan de naobtelijke koude blootgesteld en alsdan de bovendrijvende