Mededcellngen. Ingezonden stukken.

JODIUM EN CJILORETUM HYDRARGYRICUM ET AMIDIDUM HYDRARGYRICUM. In verschillende Duitsche tijdschriften wordt jveder melding gemaakt van eene interessante proef, die reeds voor meer dan 3 jaren is bekend gemaakt jen welke wij meermalen met goed gevolg hebben ondernomen. Men vermengt ineen fleschje eenigen mercurius praecipitatus albus met jodium en bevochtigt dit mengsel met een weinig absoluten alcohol. Het fleschje wordt open inde zon of op eene warme plaats gezet. Nadat de alcohol verdampt is, bijv. na verloop vaneen kwartier uur, verneemt men eene ontploffing, het fleschje wordt omgeworpen of verbrijzeld en het mengsel heeft eene roode kleur aangenomen. Deze roode kleur is kennelijk afkomstig van gevormd jodetum hydrargyricum, maar van waar ontstaat de ontploffing ? Deze kan niet anders dan het gevolg zijn van de vorming van de ontplofbare joodstikstof, welke echter weder dadelijk na hare vorming wordt ontbonden. De vorming van joodstikstof bij deze gelegenheid geeft tevens aanleiding om tot de ware wijze van samenstelling of coastitntie van mercurius praecipitatus albus te besluiten. Volgens het meest aangenomen gevoelen is het wit praecipitaat (althans het door behandeling van chloretum hydrargyricum met ammonia liquida verkregene) eene verbinding van kwikzilverchloride met kwikzilveramide , eene ammoniak-verbinding , waarin 1 aeq. H door Hg is gesubstitueerd. Hl H , H N H N H ) Hg | ammoniak. kwikzilveramide. De samenstelling van het wit praecipitaat wordt dan voorgesteld door de formule : HgCI 4- NH2Hg of | + jj j n Hg ( Volgens anderen moet het wit praecipitaat beschouwd worden als eene ammoniumverbinding, namelijk als chloorammonium, waarin 3 aeq. H door 3 aeq. Hg zijn gesubstitueerd : H j H / NH4CI of f! N + Cl NH2Hg2CI of H N+Cl H Hg, I i – – i —— wit praecipitaat. chloorammonium. Bovenstaande proef, die zonder gevaar kan worden genomen , pleit voor het eerste gevoelen, namelijk dat het wit praecipitaat eene ammoniakverbinding is en dat zijne samenstelling moet worden voorgesteld door de formule ; HgCI + NHjHg, omdat hst jood slechts met uwamowicE&verbindingen en nooit met ammoniumserbindingen joodstikstof vormt. HET AAKSMEREN DER BINNENWANDEN VAN VATEN. Hiertoe wordt door Dr. Maohattie te Glasgow aanbevolen fijngemalen cement of hydraulische kalk , die men op den vooraf 'goed gezniverden binnenwand gelijkmatig

aanbrengt. Is deze eerste aansmering volkomen droog , dan wordt daarover waterglas gestreken. Is ook deze volledig gedroogd , dan wordt het vat in water gedompeld , om alle oplosbare deelen te verwijderen. Reeds voor geruimen tijd kwamen wij op het denkbeeld tot de aanwending der eerst opgenoemde middelen. Eene oude destilleerton was. lek geworden en dreigde binnen een zeer kort tijdsverloop geheel onbruikbaar te worden. Wij lieten den binnenwand gelijkmatig met best cement bestrijken en toen deze volkomen droog was , vulden wijde ton met water. Het is reeds eenige jaren geleden , maarde ton is volkomen dicbt gebleven en is nog steeds als van ouds zeer goed tot gebruik geschikt. MILITAIRE APOTHEKERS. , Talloos is het aantal oproepingen , die door den heer inspecteur voor de geneeskundige dienst der landmacht in de Staats-Courant gedaan worden voor de betrekking van militairen apotheker, maar van aanstellingen verneemt men niets. Het schijnt maar niet te gelukken als zoodanig geëxamineerde apothekers, gelijk de wet thans vereischt, daartoe uitte lokken. En geen wonder het tractement is niet hoog, de bevordering langzaam en, indien wij ons niet bedriegen, vereischt de organisatie der pharmaceutische dienst bij het leger veel verbeteringen. Jonge geëxamineerde apothekers, die nog niet gevestigd zijn, vinden in het burgerlijke voor de toekomst vrij wat meer vooruitzicht, nu het getal door de moeilijke staatsexamens wordt beperkt. (Hoogstens toch kunnen er thans over 3jaarll nieuwe apothekers in Nederland zijn). Zal men dan niet liever eenigen tijd wachten op de sohoone gelegenheden tot overneming van zaken of associatie , de zekere uitvloeisels van den tegenwoordigen stand van zaken , dan zich aan de krijgsdienst onderwerpen op de voorwaarden van den tegenwoordigen militairen apotheker ? He vooruitzichten inde militaire dienst zullen gelijken tred moeten houden met die in het burgerlijke leven; anders vreezen wij, dat de pharmaceutische stand in het leger voortdurend weinig liefhebbers zal vinden. X. DE OPIUM-PRAEPABATEN DER PHARM. NEERL. Sinds de verschijning der Pharm. Neerl. is in dit weekblad en in andere tijdschriften herhaaldelijk de kwestie ter sprake gebracht, of de Pulvis Doveri met extr. opii of met pulvis opii crudi moet vervaardigd worden , en zelfs hier en daar is bij de inspectie der apotheken aanmerking gemaakt, wanneer het door den reuk bleek, dat daartoe de laatste gebruikt was. Naar mijn inzien zeer ten onrechte; wat doet het er toch toe of men daarvoor extr. opii of pulv. opii gebruikt, zoolang er geen morphine-gehalte voor het opium inde Pharm. is voorgeschreven. Is het dan bewezen, dat extr. opii altijd rijker aan alcaloïden is dan opium crudum? Het is een bekend feit , dat opium, hetwelk voor Indië afgekeurd is hier te lande verbruikt wordt, en met recht; de