Verslag der commissie voor het hulpapothekers-examen. [Staatscourant N°. 132).

Aan Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken. Leiden, 17 Uei 1867. De Commissie benoemd door Zijne Majesteit den Koning bij besluit van den 1 Maart 1867 No. 78, tot het examineren van hen, die eene acte van bevoegdheid wenschen te verkrijgen als hulpapotheker, heeft de eer hierbij Uwer Excellentie het verslag aan te bieden van hare werkzaamheden gedurende hare vergaderingen van 33 April tot 2 Mei 1867. Alvorens daartoe over te gaan meent de Commissie aan Uwe Excellentie te moeten mededeelen, dat zij in hare voorloopige vergadering, waarbij ook de plaatsvervangende leden tegenwoordig waren, in hoofdzaak zich vereenigende met de door de Commissie voor het hulpapothekers-examen in 1866 aangenomen beginselen en vastgestelde bepalingen , besloten heeft : I°. dat de candidaten zullen worden uitgenoodigd om vóór het examen in te leveren , voor zooverre zij bezitten, een bewijs van inschrijving als leerling bij eene provinciale of plaatselijke geneeskundige Commissie, of eene acte van bevoegdheid als leerling-apotheker en daarenboven eene geboorteacte en eene verklaring bij wien of bij wie de leerjaren zijn doorgebragt; 3°. dat ook door de tegenwoordige Commissie niet wenschelijk of doelmatig wordt geacht een examen-programma te publiceren ; 3°. dat geen afzonderlijk diploma aan de candidaten zal worden uitgereikt voor één of meer vakken, waarin zij bij het examen mogten voldaan hebben ; 4°. dat getuigschriften van deskundigen aan candidaten afgegeven niet inde plaats kunnen gesteld worden van eigen onderzoek door de Commissie in te stellen ■ s°. dat het examen, even als ten vorigen jare,inde eerste plaats mondeling zal geschieden, met toevoeging van schriftelijk examen, in zooverre dit noodig of wenschelijk zal worden geoordeeld ; 6°. dat de examina in al de bij de wet voorgeschreven vakken, hieronder mede begrepen het voorloopig examen bedoeld bij art. 8 der wet, alinea 3, zooveel mogelijk op dezelfde wijze, in denzelfden geest en binnen dezelfde grenzen zullen afgenoraen worden , als door de Commissie des vorigen jaars bepaald en gedaan is; 7°. dat het stelsel van compensatie niet in toepassing zal worden gebragt, zoodat het examen vaneen candidaat, dat ineen der deelen van a—e bij de wet voorgeschreven geoordSeeld mogt worden onvoldoende te zijn, geen voortgang zal hebbed. Vóór het einde van den door Uwe Excellentie bepaalden termijn tot inlevering bij den voorzitter der Commissie van de verzoekschriften om tot het esamen te worden toegelaten , hebben zich elf candidaten , aangemeld. Eén daarvan heeft bij verzuim eener tijdige inschrijving als leerling bij eene provinciale'of plaatselijke

(Bladz. 5). geneeskundige Commissie, en een tweede, aan wien in het vorige jaar eene acte van bevoegdheid als leerlingapotheker was uitgereikt geworden, alvorens tot het eigenlijke examen van hulpapotheker te kunnen worden toegelaten, voldoende blijken moeten geven van taal- en wiskundige kennis, waarbij beiden geslaagd zijn. Het examen in natuurkunde heeft zich voornamelijk bepaald bij dezelfde punten als in het vorige jaar , als zijnde die onmisbaar voor den pharmaceut, namelijk bekendheid met wegen en meten , soortelijk gewigt, thermometer, barometer, manometer, hevel, spanning van damp, hygrometer, inrigting van mikroskoop. Sommige candidaten, aan welke ook over inductietoestellen gevraagd werd, toonden daarmede niet onbekend te zijn. De vragen werden over het algemeen vrij goed beantwoord , zoodat dit deel van het examen op de Commissie een gunstigen indruk maakte. Het examen in scheikunde bepaalde zich bij de leer der stöohiometrie, de metalloïden en hunne verbindingen, bases, zuren, zouten en de kenmerken daarvan bij de behandeling met reageermiddelen. Met opzigt tot de organische scheikunde werd gevraagd over zamengestelde radicalen, alcoholen, vetten ,'aetherisohe oliën, alcaloïden, koolhydraten , glycosideh , albuminaten , gisting , elementaire analyse. Bij het toetsen van de algemeene wetenschappelijke kennis op scheikundig gebied, die geacht werd bij dit gedeelte van het examen op den voorgrond te moeten staan , werden, waar zulks doelmatig scheen, ook voorbeelden ontleend aan die feiten en verschijnselen , waarmede de examinandus, in eene apotèeek werkzaam geweest zijnde, geacht kon worden door dagelijkschen omgang het meeat vertrouwd te zijn. De candidaten, door de rapporten der Commissie voor het examen des vorigen jaars eenigzins ingelicht omtrent de mate van kunde , die voor elk der deelen van het examen gevorderd wordt, schenen de theoretische scheikunde met lust en ijver en ook niet zonder vrucht te hebben beoefend. Bij de veelal voldoende antwoorden op de gedane vragen daarover gaven de meesten blijken van tamelijk bekend te zijn met het gebruik en de werking van reactiven. Bvenzoo scheen het met betrekking tot de plantenkunde , dat de wenken , voorkomende inde verslagen der Commissie des vorigen jaars, reeds eenige vrucht hadden gedragen. Plantenfamiliën werden in voorgelegde voorwerpen herkend en hare kenmerkende eigenschappen vrij goed opgegeven. Ook bij het determineren van platten naar de synopsis Tlorae germanicae van Koch of dienst Taschenbuch bleek , dat de meeste candidaten daarin eenige oefening en vaardigheid bezaten. Bij voortduring meent,de Commissie hot eigen onderzoek van levende planten , inzonderheid van die, welke de flora van ons eigen vaderland oplevert, als de eerste en onmisbare leerschool voor hen , die botanische kennis willen opdoen, te moeten aanbevelen. De kennis omtrent de morphologie der phanerogamen was in het algemeen voldoepde. Van planteu-anatoraie en physiologie en over kryptogamen