tveu als de waterige extracten, ten gevolge der vorming '< eener stof, door Berzelius apothema geheeten. Naar zijne meening hebben de schrijvers der Pharm. bij het aangeven der oplosbaarheid in alcohol en de verhouding tegenover water ten eenemale eene speling verzuimd, hier hoogst noodzakelijk bij de verschillende invloeden, die bij de bereiding dezer extracten kunnen optreden.

Hij vestigt daartoe de opmerkzaamheid op de volgende 3 punten : 1. De aard der gebruikte folia. De Pharm. schrijft versch gedroogde bladen voor, maar elk heeft zijne wijze van drogen, hetzij uitspreiding aan de lucht, hetzij aanwending van kunstwarmte, terwijl velen de gedroogde bladen koopen, zooals de kruidenkweeker die aflevert. Zeker eene groote bron van verscheidenheid voor het te verkrijgen extract, want de wijze van drogen is' van invloed op de scheikundige omzetting, die inde zoogenaamde folia narcotica bij de uitdroging plaats grijpt. De stellers der Pharm. Borussica schrijven het bezigen van versche bladen voor en wij meenen met den heerS., dat dit zeer zeker de voorkeur verdient. 2. De sterkte en zuiverheid van den alcohol. De Pharm. geeft een soortelijk gewicht op van 0,830 Die' sterkte beslist bij goed uitgedroogde bladen over het opnemen van chlorophyl, vet en hars, waarbij tevens de zuiverheid van dit menstruum eene belangrijke rol speelt. | Aan het vereischte der sterkte kan de pharmaceut bij de bereiding gemakkelijk voldoen, volkomene zuiverheid van den alcohol als handelsartikel is echter moeilijker te be- 1 reiken, vooral, indien men in aanmerking neemt, hetgeen de hoogleeraar Gunning in zijne Scheikundige bijdragen heeft medegedeeld, dat hij, te Londen vertoevende, in het Gouvernements-laboratorium geen alcohol vond, waw- : mede hij aan de Engelsche chemici bevestigende proeven kon vertoonen ten opzichte der bruikbaarheid van het door hem gewijzigde reactief op de zuiverheid dezer vloeistof, dan nadat de alcohol aan eene behandeling met kool en daaropvolgende distillatie over kali was onderworpen geweest. In onzen handel is het niet beter. Zelden wordt alcohol inden handel gevonden, die geen samengestelde aethers of foeselolie bevat, welke zeer zeker van invloed zullen zijn op den aard van het daarmede bereide extract. 3. De wijze van bereiding. De Pharmacopoea verlangt, dat deel van den alcohol uiteen glazen distilleertoestel zal afgehaald worden en, zegt de heer .Stoeder, //laat het verder den pharmaceut over, op welke wijze hij die bewerking wil inrichten.” Wij verschillen hier in meening van den heer S. De Pharmacopoea laat dit niet aan den pharmaceut over, want inde algemeene regels voor de bereiding der extracten zegt de Pharm. uitdrukkelijk bij IV, dat na de eerste verdamping vaneen extract (die hier door distillatie wordt vervangen) //de verdamping altijd uit het waterbad of met behulp van stoom moet worden volbracht.” Wij zijn het echter met den heer S. eens, dat de distillatie bij eene vloeistof, die ver beneden 100° kookt, veel zorg vereischt, al geschiedt zij uiteen waterbad, maar merken hierbij op, dat de pharmaceut, die hier op het open vuur distilleert, zeer zeker handelt tegen de algemeene regels der Pharmacopoea bij de extracten, waaromtrent wij bij IV wederom lezen, //dat de eerste verdamping (hier distillatie) bij een zacht vuur geschieden moet, en wel zoodanig, dat de vloeistof nooit kookt.” Wegens de vet- en harsdeelen, in het

extract opgenomen, zouden wij niet, als de lieer Stoeder, vrede met een metalen distilleerketel kunnen hebben. De lieer S. heeft 12 verschillende extracten onderzocht. A loste voor 80 procent in water, voor 66 procent in alcohol op, verdeelde zich niet in water, maar vormde daarin bij roeren eene weeke, samenhangende massa. B verhield zich bijna desgelijks, maar was voor 40 procent in water oplosbaar. C (met zorg bereid uit goed gedroogd kruid met absoluten alcohol) verhield zich even zoo tegenover water, doch liet zich in geringe mate daarin verdeelen en werd slechts voor 21 procent opgelost. D (bij het afdistilleeren uit het waterbad was de temperatuur tot het kookpunt opgevoerd) verdeelde zich in water tot fijne bolletjes en bleek daarin voor 50 procent oplosbaar te zijn. E (door koude trekking geheel naar den eisoh der Pharm. bereid, bij 70° afgedistilleerd en in het waterbad tot de noodige consistentie ingedampt) verdeelde zich minder snel in water dan D en loste er voor 60 procent in op. E (door warme trekking maar overigens met dezelfde voorzorgen als E bereid) verhield zich als E, maar loste voor 53 procent in water op. G (uit eene Duitsche fabriek, maar volgens opgave naar de Pharm. Neerl. bereid) verdeelde zich snel in water tot eene op eene emulsie gelijkende donkergroene vloeistof en was voor 38 procent daarin oplosbaar. H (met zorg bereid) verhield zich als D en loste in water voor 50 procent op. I (uit het laboratorium vaneen groothandelaar hier te lande) verhield zich als G, maar loste voor 50 procent in water op, J K en L verhielden zich als G, het eerste was ' voor 52 procent, het tweede voor 50 procent, het laatste voor 70 procent in water oplosbaar. (Het laatste extract, afkomstig uit het laboratorium vaneen groothandelaar, bleek in niet geringe mate met een koperzout veront-1 reinigd te zijn.) I C gaf dus het minst aan water af, doch was ook niet naar het voorschrift der Pharm., maar met absoluten alcohol bereid. Overigens blijkt het verschil in eigenschappen bij de zorgvuldigste bereiding naar de Pharm. uit bovenstaande opgaven en wij vereenigen ons geheel met de uitspraak vau den heer S.: //dat de wankelbare samenstelling van de extracta narcotica alcoholica eene niet al te strenge beoordeeling vordert ten opzichte der eigenschappen door de Pharmacopoea Neerlandica voor deze praeparaten gesteld.” Zelfs den kunstigsten pharmaceut gelukt het niet altijd bij galenische praeparaten, steeds juist hetzelfde product te verkrijgen, daar hij geheel afhankelijk is van vegetabiliën, die door velerlei invloeden zoo belangrijk kunnen gewijzigd worden. Bij de extracta narcotica alcoholica levert de verhouding tegenover water weinig bezwaar op, daar de medici, vooral na kennisneming hunner eigenschappen, ze niet lichtelijk inden opgelosten vorm zullen voorschrijven. (Voor eenige jaren plaatsten wij eene mededeeling vaneen collega, dat zulks nog het best kon geschieden door het alcoholisch extract met een weinig poeder van arabische gom te wrijven en dan langzaam met het verlangde vocht af te mengen, zie N°. 33 van den Eersten Jaargang.) Uittreksels uit Binnen- en Buitenlandsche tijdschriften. Om van doorboorde platinakroezen nog partij te trekken, vooral indien zij uit dunne platinaplaat zijn ver; vaardigd (zooals zij thans dikwijls inden handel voor' komen), snijdt Vogel ze in smalle lange strooken en om, wikkelt daarmede ijzeren of geelkoperen ringen of drie-